Vlak voor het weekend publiceerde AMD voor de tweede maal op rij zwarte kwartaalcijfers. Naast dit financiële nieuws liet de chipfabrikant bovendien weten op schema te liggen met haar eerste Fusion processors, codenaam Llano en Ontario. Beide processors integreren een grafische chip en worden door AMD omgedoopt tot een Accelerated Processing Unit, kortweg APU.
Over Llano liet AMD in februari al een aantal details los. Zo zullen de rekenkernen, waarvan de chips er twee tot vier zullen herbergen, geproduceerd worden volgens een 32 nm SOI High-K Metal Gate procédé en gebaseerd zijn op de huidige Phenom II architectuur. Elke rekenkern heeft een oppervlakte van 9,69 mm², exclusief L2 cache, en bestaat uit 35 miljoen transistors. Per core is er 1 MB aan L2 cache aanwezig en ook een Turbo feature zal niet ontbreken. De cores worden gecombineerd met een videochip die afgeleid wordt van de Evergreen familie, de basis van de huidige Radeon HD 5000 serie. AMD's eerste APU zal hierdoor onder meer beschikken over DirectX 11.
Llano zal zowel het mainstream als high-end segment gaan bedienen en initieel klokfrequenties tot over de 3 GHz hebben. De high-end dualcore, triplecore en quadcore chips zullen naar verluidt een TDP van tussen de 35 en 59 watt gaan hebben, terwijl de mainstream varianten met twee of vier cores maximaal zo'n 30 watt zullen verstoken. De zuinigste dualcores zullen een TDP van rond de 20 watt mee gaan krijgen. Llano zal als basis gaan dienen voor het notebookplatform Sabine en desktopplatform Lynx en gebundeld worden met een nieuwe I/O-controller, codenaam Hudson. Naast PCI-Express graphics kan deze controller 16 USB-poorten aansturen, ondersteuning aan USB3.0 bieden (de Hudson M3 uitvoering) en over zes SATA 6.0 Gbit/s aansluitingen beschikken.
De andere Fusion processor gaat door het leven onder de noemer Ontario en maakt deel uit van het zuinige Brazos platform voor netbooks, tablets en ultra-portables. Ontario zal een dualcore chip zijn die gebaseerd is op een nieuwe architectuur, Bobcat. Prestatiegewijs belooft AMD dat Ontario 90% van de hedendaagse mainstream prestaties kan bieden, op een minder dan half zo groot die-oppervlak. Het verbruik van op Bobcat gebaseerde chips zou tot minder dan 1 watt kunnen teruglopen. Ontario zal overweg kunnen met 64-bit instructies, virtualisatie, SSE, SSE2, SSE3 en ook een DirectX 11 videochip aan boord hebben. Verdere details zijn vooralsnog niet vrijgegeven.
Beide Fusion processors bevinden zich inmiddels in het interne testcircuit van AMD en laten volgens directeur Dirk Meyer positieve resultaten zien. De eerste Llano samples zijn op het moment van spreken al richting een klein groepje partners verstuurd, waarna massaproductie gepland staat voor de tweede helft van dit jaar. De eerste producten op basis van de Ontario APU mogen we volgend jaar nog verwachten.
Bronnen: Xbit Labs, PC Perspective
