De Europese Unie onderzoekt, evenals het Amerikaanse Departement van Justitie, een eventuele samenzwering van ’s werelds grootste geheugenproducenten, waarmee de chipprijzen in 2001 kunstmatig omhoog gebracht zijn.

Afgelopen dinsdag verklaarde een woordvoerder van Boise, de in Idaho gevestigde dochter van Micron, dat de EU reeds in April 2003 is gestart met het onderzoeken van beschuldigingen van geheugenprijs manipulaties.
Het onderzoek spitst zich toe op de vraag of geheugenproducenten als Micron, Samsung en Infineon samenspanden om eind 2001 de prijzen op te drijven. In betreffende periode kelderden de hardware prijzen, maar stegen de prijzen van DRAM en DDR DRAM torenhoog. Sommige geheugentypes verdrievoudigden in prijs op amper twee maanden tijd.
De prijsstijging wekte bevreemding, temeer zelfs in goede tijden geheugenprijzen vaak dalen in verband met wereldwijde overproductie. Zo kwam het de afgelopen vijf jaar regelmatig voor dat geheugenmodules beneden de kostprijs verkocht moesten worden en verschillende producenten hun poorten moesten sluiten of hun productie afdelingen van de hand deden.
Toch kwam er relatief snel een einde aan de geheugenprijs sprong. Midden 2002 daalden de prijzen weer naar een gebruikelijker niveau.
Vorige maand “lekte” de Federal Trade Commission delen uit een e-mail uit November 2001, van een stafmedewerker van Micron, waaruit geconcludeerd kan worden dat de eerdergenoemde geheugenproducenten een accoord hadden over het gezamenlijk laten stijgen van de prijzen gedurende 2001.
Klik hier voor het volledige bericht.
Vertaald en bewerkt door:
Rieske
Bron: News.com