Zichtonderzoekers van het Amerikaanse Barrow Neurological Institute hebben een ontdekking gedaan die wereldwijd in de toekomst waarschijnlijk miljarden gaat besparen op de stroomrekening. Zij passen verlichting dusdanig aan zodat het stroomverbruik afneemt terwijl de intensiteit van het licht optisch hetzelfde blijft.
Het toverwoord in dit verhaal is perceptie oftewel waarneming. Wij zien met onze ogen een lamp continu branden, terwijl heel veel soorten verlichtingen in de praktijk eigenlijk flikkeren. Of het nu gaat om televisies, gloeilampen of monitoren, allemaal gaan ze heel snel aan en uit. Hoe sneller dat gaat, hoe minder duidelijk het te zien is voor ons.
Er is een bepaald optimaal bereik in het aantal flikkeringen waarin er voor menselijke hersenen niets verandert in de waarneming, terwijl er wel met de stroomtoevoer gespeeld kan worden. Onderzoekers hebben dit getest door te testen hoe helder een licht overkomt. De wet van Bloch zegt dat hoe langer een visuele stimulering op het netvlies en de hersenen duurt, hoe sterker het contrast is met de omgeving als de lichtbron weer dooft. Over de testprocedure is geen data bekend.
Uit het onderzoek komt echter naar voren dat na 100 milliseconden een extra lange flits toevoegen geen zin meer heeft. Een lichtflits met een dergelijke lengte zal op onze hersenen even helder overkomen als een van 400 milliseconden, terwijl het menselijke brein 'vindt' dat een flitsje van 25 milliseconden de helft minder sterk is dan een 50 milliseconden durend moment. Deze resultaten liggen, onafhankelijk van de menselijke voorkeur voor een bepaalde lichtsterkte, in lijn met het Broca-Sulzer Effect dat de wet van Broch opzadelt met een limiet.
Het doel op termijn is dus om de flitslengte aan te passen in iedere lichtbron zodat in totaal het stroomverbruik fors omlaag kan. De wetenschappers denken voorlopig aan een besparing van miljarden dollars op Amerikaans grondgebied. In hoeverre deze reductie in de stroomkosten op de korte termijn te realiseren zal zijn, blijft voorlopig nog even de vraag.
Bron: StumbleUpon
