Touchscreens treffen we tegenwoordig in steeds meer apparaten aan: niet alleen meer in smartphones en tablets, maar ook in grotere consumentenelektronica als all-in-ones. Een nadeel van deze producten met grotere touchoppervlakken is dat deze relatief duur zijn om te vervaardigen, mede door de hoge prijs van de chemische stof die er doorgaans voor gebruikt wordt: indiumtinoxide. Fujifilm stelt echter zijn expertise op het gebied van analoog fotomateriaal te kunnen inzetten om dit soort touchpanelen aanzienlijk goedkoper te maken.
Volgens de fabrikant is het lichtgevoelige materiaal dat veelvuldig voor fotografische doeleinden gebruikt wordt, genaamd zilverhalogenide, namelijk een goede kandidaat om indiumtinoxide te vervangen. Met de stof is een haarfijn netwerk van zilverdraden te bewerkstelligen, dat vervolgens ingezet kan worden om vingeraanrakingen te herkennen. Deze methode zou aanzienlijk goedkopere touchpanelen moeten opleveren dan wanneer indiumtinoxide toegepast wordt, waarvan het voornaamste ingrediënt indium is, een relatief zeldzaam metaal en daardoor aardig aan de prijs.
Volgens een rapport van Bloomberg zorgen indiumtinoxide-gebaseerde touchscreens met een diagonaal van 23- tot 27-inch momenteel voor een meerprijs van $180 ten opzichte van een regulier niet-touchscherm; het bedrag voor panelen van 11,6-inch en kleiner wordt op ongeveer $45 geschat. Hoeveel een touchpaneel op basis van de alternative zilverhalogenide-technologie moet gaan kosten, is helaas nog niet bekend.
Afbeelding via PetaPixel
Bronnen: Golem, Bloomberg, PetaPixel
