Rond de introductie van de Pentium 4 processor had Intel nog veel te duchten van de destijds snellere AMD Athlon processors. Intel wordt er nu van beschuldigd dat het bedrijf de concurrentiestrijd niet alleen op processorgebied heeft gevoerd, maar ook benchmarks heeft laten aanpassen in Amerika. Dit zou zijn gebeurd met hulp van Hewlett-Packard. Hierdoor zou de Pentium 4 sneller zijn voorgesteld in de benchmarks dan dat deze eigenlijk was, zodat de Pentium 4 alsnog de concurrentie met de AMD Athlon aan kon gaan.
Hoewel de aanklacht nog niet bewezen is, is er een zogenaamde 'class action lawsuit' begonnen tegen Intel in Californië. Iedereen die in Amerika, met uitzonder van Illinois, een PC heeft gekocht als consument met een Intel Pentium 4 processor tussen 20 november 2000 en 30 juni 2002 kan aanspraak maken op een compensatie van $15. Een bon is niet meer nodig. De groep eist ook een bedrag van $4 miljoen dat gedoneerd zou moeten worden aan onderwijsinstellingen in Amerika.
Of de aanklacht ook kan worden bewezen voor de rechter zal moeten worden afgewacht.
Bron: Intelpentium4litigation