Intel introduceert vandaag de Xeon D-reeks server-CPU's. De chips zijn gebaseerd op vier of acht CPU-cores uit de Broadwell generatie en zijn zogenaamde SoC's wat betekent dat alle functionaliteit die traditioneel door de chipset wordt geleverd in de processors is geïntegreerd. Intel positioneert de Xeon D's als opvolgers van de Intel Atom "Avoton" reeks en richt de CPU-reeks op de groeiende markt van cloud- / micro-servers waar data doorvoersnelheid belangrijker is dan pure CPU-rekenkracht.
In tegenstelling tot de Intel Atom "Avoton" processors die Intel ziet als voorloper van de nieuwe chips, zijn de Xeon D's gebaseerd op dezelfde Core-architectuur als normale Intel desktop- en server-CPU's. De Xeon D is gebaseerd op dezelfde Broadwell CPU-cores als we recent zijn tegengekomen in de Intel Core M laptops processors als ook in de nieuwe mobiele Core i3, i5 en i7 processors uit de 5000-serie. Net als andere Broadwell processors worden de Xeon D's geproduceerd middels Intels state-of-the-art 14nm productieprocedé. Juist omdat de CPU's gebruik maken de Broadwell cores zijn zaken als Intel Virtualization Technology en moderne instructiesetuitbreidingen als AES-NI voorhanden. De Xeon D's bevatten vier of acht cores en integreren een dual-channel DDR4-geheugencontroller, een tweevoudige 10 Gigabit netwerkcontroller, een 6-voudige SATA-controller en een PCI-Express 3.0 controller met 24 lanes in chips met een TDP van 45 watt en een stroomverbruik tussen de 20 en deze maximaal 45 watt.
Intel introduceert in eerste instantie twee modellen in de Xeon D reeks. De Xeon D-1520 is een quad-core model met een maximale klokfrequentie van 2,2 GHz en de Xeon D-1540 is een acht-core model met een maximale klokfrequentie van 2 GHz. De CPU's maken gebruik van HyperThreading en Intels Turbo Boost technologie. Het acht-core model heeft 12MB L3-cache, wij verwachten dat het quad-core model 6 MB L3-cache heeft. In totaal kunnen de CPU's tot 128 GB DDR4-geheugen aanspreken.
Intel richt zich met de Xeon D processors op de groeiende markt van cloud- en micro-servers. Denk hierbij aan workloads als webservers, storage servers, caching servers en vergelijkbare zaken. Je mag stellen dat de Xeon D's net als hun voorlopers - de Intel Atom Avoton CPU's - gericht zijn op servertaken die goed te parallelliseren zijn en waarbij data throughput belangrijker is dan pure CPU-rekenkracht. Intel noemt dergelijke diensten, die vaak in de frontend van een server opstelling zitten, de Data Center Edge. Het is een markt waar verschillende chipdesigners zich de laatste tijd ook op richten met ARM-gebaseerde CPU's.
Intel geeft aan dat de nieuwe Xeon D's tot zo'n 3,4x betere prestaties bieden dan voorloper Intel Atom C2750, het 8-core model uit de Intel Atom Avoton reeks. Deze benchmarks zijn nog gebaseerd op een pre-productie model van de Xeon D dat werkt op ietwat lagere klokfrequenties dan de uiteindelijke chips. Juist bij taken waar CPU-rekenkracht een wat grotere rol speelt, is het vergelijk met de Atoms het grootst. De prestaties per watt zouden tot 1,7x beter zijn.
Vergelijkende prestaties met ARM-gebaseerde micro-servers heeft Intel nog niet, maar wel toonde men ons benchmarks waaruit blijkt dat de Intel Atom C2750 in de door Intel geteste workloads tot 1,7x sneller is dan de 8-core Applied Micro X-Gene ARM-gebaseerde server processors. Intels redenatie is simpel: als de Xeon D sneller is dan de Atom C2750 en de Atom C2750 is sneller dan de X-Gene, dan is de Xeon D ook sneller dan de X-Gene. Een stuk logica waar natuurlijk weinig tegenin te brengen valt.
Om het prestatieniveau ten slotte nog even in perspectief te zetten: "normale" Xeon E5 CPU's (klik hier voor onze review van de Haswell generatie) bieden in een dual-socket configuratie tot 5,1x betere prestaties dan Xeon D, uiteraard ook tegen een aanzienlijk hoger stroomverbruik. Het illustreert dat de Xeon D's dus niet bedoeld zijn voor workloads waar wel veel CPU-rekenkracht vereist is.
Intel liet weten dat haar partners op dit moment werken aan meer dan 50 producten die gebruik maken van Xeon D. Circa 25% daarvan zijn micro-servers, ontwikkeld door partijen als HP, Supermicro en Cisco. Het gros van de op dit moment op basis van Xeon D ontwikkelde apparaten zijn storage oplossingen (denk aan zakelijke NAS-apparaten) en netwerk producten (firewalls, etc.).
