Preview: Nothing Phone (1). Niets of toch iets?

Inhoudsopgave
  1. 1. Alles of niets?
  2. 2. Luxer midrange-toestel
  3. 3. Nothing geleverd
  4. 4. Bekend gevoel
  5. 5. Bijzondere achterkant
  6. 6. Screenshots instellingen Glyph-interface
  7. 7. Specificaties
  8. 8. Conclusie

Luxer midrange-toestel

Sommige haakjes in het verhaal van Nothing komen overeen met het verhaal van OnePlus. Ook daar draait het om een aantrekkelijke prijs. Toch wordt hier een andere koers gekozen, en dat is misschien ook wel terecht.

De Nothing Phone (1) is uitgerust met een Qualcomm SnapDragon 778G. Dat is inderdaad niet het meest luxe model uit de stal van deze chipfabrikant. De 778G is een 5G-chip met acht cores. Vier ervan draaien op 2,4GHz en zijn gebaseerd op de krachtige A78-kern. Ze worden bijgestaan door zuinige A55’s op 1,8GHz. De grafische techniek is in handen van een Adreno 662L. Voor de mobiele verbindingen beschikt de chip over 5G. Voor verbindingen met draadloze netwerken ondersteunt de chip Wi-Fi 6 en voor randapparatuur is er Bluetooth 5.2. Het zal je niet verbazen dat de telefoon van Nothing is voorzien van USB-C.



De selectie van deze chip is ingegeven door een duidelijke keuze van het bedrijf. Het wil overkomen als een no-nonsense-organisatie. Met andere woorden: ‘cut the crap’, dus wordt zoveel mogelijk gekozen voor naar de mening van de makers ‘zinnige’ keuzes. Deze chip is niet de snelste, maar snel genoeg om goed mee uit de voeten te kunnen. Dat heeft als voordeel dat de prijs van de chip - en daarmee uiteindelijk ook van de hele telefoon - niet in de bovenste klassen zit. Echt goedkoop is de Phone (1) echter niet; met een prijs van 469 euro voor de 8GB/128GB-versie kan hij in de hogere midrange worden gepositioneerd, waarbij hij de competitie aangaat met onder andere de Apple iPhone SE 2022.


Twee maal 50 megapixel aan de achterkant.

Ook op een ander front zien we dat Nothing een andere keuze heeft gemaakt dan veel andere fabrikanten. Achterop vind je maar twee camera’s; het toevoegen van meer sensoren zou volgens het merk onzinnig zijn en kostenverhogend werken. Achterop vind je twee 50-megapixelsensors van Sony, namelijk de IMX766 en JN1. Aan de voorzijde is nog een sensor van Sony ingebouwd: de IMX471 met 16 megapixel, voor selfies. 4k-video’s worden maximaal op 30 beelden per seconde opgenomen, voor Full HD is 60fps mogelijk.

Bij de introductie van het toestel komen er twee modellen op de markt. De 8GB/128 GB-versie kost 469 euro, en voor drie tientjes meer heb je een variant met de dubbele opslagcapaciteit. Later deze zomer volgt nog een 12GB/256 GB-versie die 549 euro gaat kosten.

Advertentie
0