Klein maar fijn: vier minicomputers getest

Acer Aspire L100

Waarom moeilijk doen als het ook makkelijk kan? Dat gaat zeker op met de Aspire L100 die we van Acer ontvingen. Dit kastje heeft ongeveer dezelfde afmetingen als de Gigabyte, maar heeft wat modernere en strakkere lijnen dan dat model. Ondanks dat de afmetingen amper verschillen, heeft Acer voor een geheel andere basis gekozen dan de concurrenten in deze test. In plaats van een mobiele processor van Intel vinden we een AMD Athlon 64 X2 3800+ in een AM2 socket terug op het moederbordje. Om het geheel toch passend en goed gekoeld te krijgen, heeft Acer een flinke passieve koeler met twee heatpipes en een zeer ruim aantal aluminium lamellen toegevoegd. De kast zit slim in elkaar, want met een schroefje kan de kap worden verwijderd. Door nog een schroefje los te halen, komt een frame los met daarin de optische schijf (slot-in, notebook dvd-brander) en de harde schijf. De harde schijf is een gewone 250 GB 3,5 inch SATA schijf van Western Digital. Ook een cardreader is aanwezig. Deze is geschikt voor de belangrijkste kaartsoorten, met uitzondering van CompactFlash.

De L100 heeft zeker niet de meeste aansluitingen, maar is absoluut functioneel, zo tellen we maar liefst zes maal USB, DVI en VGA, digitale en analoge audio en aan de voorzijde een firewire-aansluiting. Al met al een verrassend compleet systeempje, dat zoals het hoort bij een compleet geconfigureerde computer geleverd wordt met een toetsenbord en muis. Het sterkte punt van de Acer is natuurlijk zijn prijs, ben je content met de specificaties die de fabrikant voor je heeft bedacht, dan heb je er in vergelijking met de andere producten een koopje aan. Nadeel is natuurlijk weer wel dat je vast zit aan de keuzes en dat het natuurlijk een relatief dure zaak is om bijvoorbeeld de harde schijf te vervangen door een ander model.

Voor: Goedkoop, Zes keer USB
Tegen: Je zit vast aan de keuzes van Acer