nVidia GeForce GT 240 test

Conclusie

De nVidia GeForce GT 240 is - als we naar de prijs kijken - de directe opvolger van de GeForce 9600 GT, een kaart die notabene in februari 2008 - dus bij twee jaar geleden! - werd geïntroduceerd. Met dat tijdsbestek in het achterhoofd zou je toch verwachten dat de nieuwe kaart minstens 50% sneller zou zijn. Een verdubbeling was mooi geweest. Niets van dat alles... als we alle benchmarks in een totaalberekening opnemen, blijkt de GeForce GT 240 gemiddeld 1,4% sneller dan de GeForce 9600 GT. Ofwel: we krijgt voor evenveel geld evenveel prestaties. Is dat wat we tegenwoordig vooruitgang noemen? Het enige wat in onze tests spectaculair beter is geworden, is het stroomverbruik. Maar dat is voornamelijk omdat de 9600 GT zo'n heethoofd was.

De GT 240 is ten opzichte van z'n voorloper dus weinig bijzonder te noemen. Maken we de vergelijking met de concurrentie, dan is het ronduit beschamend. Een Radeon HD 4770 kaart kost vrijwel even veel en is gemiddeld zo'n 30% sneller.

Als we dan de nieuwe eigenschappen van de chip op een rijtje zetten, dan kunnen we niet veel enthousiaster worden. GDDR5 ondersteuning? Leuk, maar het kan het terugbrengen van de geheugenbus naar 128-bit niet compenseren. DirectX 10.1? ATI heeft het al jaren. MPEG4 ASP ondersteuning? Softwarematig werkt het nog niet en er is geen computer te vinden die dit niet überhaupt al kan op de processor alleen.

Als we nVidia vragen wat de unieke aspecten van de GeForce GT 240 zijn, dan horen we betere CUDA-ondersteuning en ondersteuning voor Adobe Flash versnelling. Dat laatste is een non-argument, aangezien het ook geldt voor de GeForce 9600 GT en voor AMD's videokaarten. Blijft CUDA staan: toegegeven, de architectuur van de nieuwe chip is hierin sneller dan de GeForce 9600 GT. Maar de vraag is: hoeveel mensen maken op dit moment daadwerkelijk gebruik van de CUDA applicaties? En zijn we het er niet met z'n allen over eens dat de toekomst DirectCompute en OpenCL heet?

Als we het de verschillende nVidia partners vragen, krijgen we het eerlijkste antwoord: het unique selling point van de nVidia GeForce GT 240 is dat de kaart daadwerkelijk beschikbaar is. Daar is dan ook geen spel tussen te krijgen. Heel eerlijk doet nVidia met deze introductie ook voornamelijk zichzelf en haar partners een plezier: de nieuwe GeForce GT 240 kan exact de rol van de GeForce 9600 GT ovenemen, maar is véél goedkoper te produceren. Lees: meer winst.

En voor de consument? Een slechte kaart is het niet, maar qua prijs/prestatie-verhouding haalt nVidia het simpelweg niet bij het geweld dat haar concurrent de afgelopen maanden op de markt heeft gebracht. En in tegenstelling tot de 5000-reeks is de ATI Radeon HD 4770 op dit moment wél prima verkrijgbaar. Dat is wat ons betreft dan ook echt de betere keuze.

We hopen maar dat nVidia zich bij de introductie van de DirectX 11 kaarten weer een keer van haar beste kant kan laten zien. Bij producten als de GT 240 is de innovatie in ieder geval ver te zoeken...