Vergelijkingstest: Acht kleuren laser all-in-ones

Kwaliteit en snelheid

Het moge duidelijk zijn dat je een laser kleurenprinter niet koopt voor de fotokwaliteit. De afdrukresolutie van de beste exemplaren bedraagt 1200 dpi, hoewel sommige fabrikanten hogere resoluties claimen in de trant van ‘4800CQ’ (Lexmark) of ‘2400 RiT’ (Epson). We hebben de diverse foto-instellingen in de drivers, voorzover beschikbaar, bekeken maar het resultaat is over de gehele linie slechter dan wanneer de standaardinstellingen worden gebruikt. Dit alles wil niet zeggen dat een laserprinter per definitie geen behoorlijke foto-afdrukken kan produceren. Met name de machines van HP en Lexmark zetten een heel behoorlijk plaatje neer, met HP nipt als betere van de twee. Ook Konica Minolta, Samsung en Xerox produceren kleurenafdrukken die als zeer redelijk bestempeld mogen worden – een stuk beter dan wat een paar jaar geleden de norm was. De afdrukken van de Epson CX21NF zijn ook niet slecht, maar iets te flets om zich bij voornoemde merken te voegen. De Brother heeft kleurenafdrukken duidelijk niet als beste punt en de Canon laat het met name bij subtiele kleurnuances en huidtinten volledig afweten.

Qua snelheid zijn alle machines aan elkaar gewaagd. Bij een opgewarmde printer ligt een pagina tekst in het snelste geval in 10 seconden in de uitvoerbak (Epson), in het langzaamste geval is dat 25 seconden (Canon, HP). Belangrijker bij dit type printer is de snelheid van grotere volumes. Tien pagina’s tekst heb je met de Epson in 33 seconden in handen, met ruim 70 seconden zijn ook de Canon en HP gereed. Voor foto’s liggen de verhoudingen iets anders, Epson is nog steeds de snelste met 21 seconden, maar Xerox is hekkensluiter met 53 seconden voor een A4 kleurenafdruk. Als de machine eerst nog moet opwarmen, duurt het bij lasers altijd wat langer voordat je de eerste print in handen hebt, Lexmark is met 80 seconden dan het langzaamste en Xerox met 68 seconden niet veel beter; HP is relatief de vlotste, met een koude start kost het de CM1312nfi 42 seconden om een kleurenafdruk te produceren.

Kosten

Een laser all-in-one kost in de aanschaf fors meer dan eenzelfde apparaat gebaseerd op inkjet technologie. Het ligt dan ook in de verwachting dat de gebruikskosten fors lager liggen en onze testresultaten bevestigen dat beeld. Een zwart/wit-afdruk kost met een inkjet printer al snel 5 cent, terwijl de meeste machines in deze test daar minimaal een of twee cent onder blijven. Kleurenafdrukken zijn nog veel voordeliger, al moeten we opmerken dat voor een kwaliteitskleurenafdruk op een inkjetprinter altijd fotopapier vereist is, terwijl laser aanzienlijk goedkoper, hooguit wat zwaarder, normaal papier gebruiken. Lexmark lijkt zichzelf de markt uit te prijzen met extreem dure toners die niet uitblinken qua capaciteit, maar schijn bedriegt. Het merk heeft namelijk een retourprogramma voor toners tegen sterk gereduceerde prijzen – de klant moet de toner dan retourneren in plaats van bijvullen of op andere wijze recyclen. Deze toners worden op veel meer plaatsen verkocht dan de toners zonder die voorwaarde en dus hebben we de berekening op basis daarvan uitgevoerd – maar let dus op de productcode bij aanschaf van de toners. Hoewel het recyclingprogramma sympathiek is, zijn we geen voorstander van zo’n verwarrend geprijsd aanbod aan verschillende toners.

Alle apparaten hebben ook andere onderdelen die na verloop van tijd vervangen moeten worden, zoals de drum of fotogeleidingseenheid. De kosten hiervan zijn fors en aangezien dit altijd pas na tienduizend(en) afdrukken moet gebeuren, hebben we deze niet meegenomen in de berekening. Feitelijk is het bij sommige apparaten al bijna gunstiger een nieuwe afdrukker te kopen wanneer de toners leeg zijn, laat staan onderdelen te vervangen die half de nieuwprijs van de all-in-one vertegenwoordigen. Vanuit milieu-oogpunt is het natuurlijk beter wél onderdelen te vervangen...