Hoe zit dat nu met die snelheden?
“Ik heb een 50 speed CD-Rom drive gekocht, maar hij werkt maar op 20 speed”. Een veelgehoorde klacht. Toch is er niets mis met de drive, want het verschil is te verklaren door het zogenaamde CAV principe waar huidige CD-Rom drives mee werken.
Vroeger werkte CD-Rom drives volgens het zogenaamde CLV, ofwel Constant Linear Velocity systeem. Dit houdt in dat de leessnelheid van de drive over de gehele CD vrijwel constant blijft. De data op een CD staat van binnen naar buiten beschreven. In een omwenteling krijgt de laser bij de buitenste track van CD veel meer informatie dan bij de binnenste track. Als we bedenken dat de binnenste track ongeveer 2,3 cm van het midden van de CD is verwijderd en de buitenste track ongeveer 5,8 cm, dan kun je berekenen dat de buitenste track ongeveer 5,8 / 2,3 = 2,5 maal zoveel informatie bevat als de binnenste. Om de leessnelheid van de drive constant te houden, moet de CD als de binnenste track gelezen wordt dus 2,5 keer zo snel draaien als dat de buitenste track gelezen wordt. De grafieken in figuur 3 verduidelijken het CLV systeem: naarmate we ons naar de buitenkant van de CD begeven, zien we dat de doorvoersnelheid constant blijft en toerental stijgt.
Figuur 3: CLV systeem
Vanaf ongeveer de 16 speed CD-Rom drives was dit systeem niet meer te handhaven. Om de snelheid op een constant peil te houden, moest de CD voor de binnenste tracks zo verschrikkelijk snel gaan draaien, dat de stabiliteit van de CD-Rom drive niet meer gegarandeerd kon worden. Vandaar dat er overgestapt is op het zogenaamde CAV systeem, dat staat voor Constant Angular Velocity. Bij CAV drives is het toerental waarmee de CD draait constant. Hoe verder de laser zich naar de buitenkant van de CD begeeft, hoe hoger de doorvoersnelheid wordt. De snelheden die fabrikanten van CD-Rom drives altijd opgeven, zijn altijd de maximale snelheden die alleen maar behaald kunnen worden bij de aller buitenste track van de CD. Als we de factor 2,5 weer gebruiken, zien we dat een CD-Rom drive met maximaal 50 speed in de binnenste tracks dus maar op ongeveer 50 / 2,5 = 20 speed werkt. Aangezien de data op de CD van binnen naar buiten staat en een CD vrijwel nooit helemaal vol is, wordt de maximale snelheid vrijwel nooit behaald. Vandaar dat minimale en gemiddelde snelheden bij CAV drives veel interessanter zijn. De grafieken in figuur 4 tonen het CAV systeem: we zien dat het toerental constant blijft en de doorvoersnelheid stijgt, naarmate we dichter bij de buitenkant van de CD komen.
Figuur 4: CAV systeem
Naast CLV en CAV bestaat er ook nog een P-CAV ofwel Partial Constant Angular Velocity. Drives die via het P-CAV systeem werken, hebben voor het eerste stuk van de CD een CAV systeem en voor het tweede stuk van de CD een CLV systeem.
De snelste DVD speler uit dit artikel is een 16X-speed model. Dit lijkt natuurlijk langzaam als we bij de CD-Rom drives zien dat er daar zelfs al drives op 72X-speed bestaan. Gelukkig is dit toch niet het geval, aangezien 1X-speed voor DVD spelers een stuk sneller is dan 1X-speed voor CD spelers. Voor deze laatste is 1X-speed gelijk aan een doorvoersnelheid van 150 kb/s. Bij DVD spelers is 1X-speed bijna negen keer sneller als 1X-speed bij CD spelers. Hier is 1X-speed gelijk aan een doorvoersnelheid van 1.32 MB/s. Een DVD schijfje wordt op 1X-speed ongeveer drie maal sneller rondgedraaid als een CD schijfje op 1X-speed.
De factor 9 mogen we overigens niet gebruiken als we willen weten hoe snel een DVD-speler is bij gebruik van CD-Rom schijfjes. Een De 16X-speed DVD-speler zou dan maar liefst een 144X-speed CD-Rom drive zijn! De fabrikanten van DVD spelers geven daarom altijd een tweede snelheidswaarde op, waaraan we kunnen aflezen hoe snel de drive bij CD-Rom is. Zo functioneren de meeste nieuwe DVD-Rom spelers als 40X-speed CD-Rom drives.