Corsair Carbide 200R review: geen 300R

Uiterlijk

Als er een wedstrijd was voor de minst opvallende behuizing, zou Corsair met de Carbide 200R hoge ogen gooien. Zwart, zonder opmerkelijke kenmerken, daarmee is hij afdoende omschreven. Ideaal als je een PC zonder poespas wil, maar spannend kunnen we hem niet noemen. De 300R had in ieder geval nog een deels metalen voorpaneel waar een designer zich tegenaan had bemoeid, maar de 200R bied ook op dat front niets anders dan een gladgestreken oase van plastic, met aan de zijkanten hiervan roosters voor de broodnodige toevoer van lucht. In tegenstelling tot de iets duurdere broer is er geen mesh toegepast aan de voorzijde, wat de luchtstroom vermoedelijk niet ten goede komt.

Bovenaan de voorkant treffen we de front-aansluitingen. Twee keer USB 3.0, audio in en uit, meer is er niet - overigens net als bij de 300R. Voor een behuizing in deze prijsklasse is USB 3.0 nog niet eens standaard, dus we klagen niet. De rest van de bovenkant wordt gedomineerd door twee grote fan grilles, waaronder optioneel 140 mm fans in duplo gemonteerd kunnen worden. Doe je dat niet, dan is het aan te raden de bovenzijde af te dekken als de computer niet in bedrijf is, want stof heeft vrijspel: een filter ontbreekt.

De achterzijde van de 200R is even simpel als de rest: zeven slotplaatjes, een outtake fan en meer is er niet. Zelfs geen rudimentaire openingen voor waterkoeling zoals bij de 300R. Meer is er niet te bespeuren, dus we gaan fluks door naar het binnenwerk.