Sony Xperia T vs. Xperia V review: hetzelfde laken, verschillend pak

Conclusie

De Sony Xperia T en Xperia V zijn ons niet slecht bevallen. Qua rekenkracht valt er op dit moment weinig meer te wensen dan deze toestellen bieden. Je moet het behoorlijk bont maken wil je de Krait-cores echt laten zweten. De Adreno 225 is niet de krachtigste GPU op de markt, maar past prima bij de overige componenten van deze Xperia's. Als we moeten kiezen tussen de Xperia T en de Xperia V, dan gaat onze voorkeur uit naar de laatste. Hij ziet er wat ons betreft duidelijk beter uit dan de Xperia T, is waterdicht en stofwerend en beschikt over LTE. Dat laatste is op dit moment wellicht nog niet aan de orde, maar zal in de komende jaren toch echt gaan komen, is onze verwachting. Je kunt er maar alvast klaar voor zijn. 

Beide toestellen hebben eigenlijk twee belangrijke minpunten. Ten eerste is dat de accuduur, die bij zware belasting onder de maat is. Bij de Xperia V heb je in theorie de mogelijkheid om deze te vervangen, terwijl dat bij de Xperia T niet mogelijk lijkt te zijn. Het tweede minpunt is wat ons betreft niet minder belangrijk. Dat is namelijk het scherm, dat we eigenlijk niet vinden passen bij een smartphone in dit segment. De maximale helderheid mag dan uitstekend zijn, op het gebied van kleurweergave en kijkhoeken kunnen deze panelen niet mee met die van andere modellen in deze prijsklasse. Voor gemiddeld bijna 500 euro mag je wat ons betreft toch wel een smartphone verwachten waarop niets aan te merken is op dit punt. Je komt met deze prijzen toch dicht in de buurt bij de 16GB-instapper van de Samsung Galaxy S III en ook de 16GB-variant van de iPhone 5 begint in zicht te komen, al is het verschil hiermee nog wel altijd ongeveer 100 euro.

Al bij al overtuigen de Xperia T en de Xperia V op bepaalde punten zeker wel, maar schieten ze op sommige punten toch nog te veel tekort om ze vol overtuiging aan te kunnen raden.