RAID 3
Met RAID 0+1 en RAID 1+0 heb je dus een combinatie van hogere snelheid en verbeterde betrouwbaarheid. Maar RAID 0+1 en 1+0 hebben net als RAID 1 één groot nadeel: je verliest de helft van je opslagcapaciteit. Bij zes schijven van 1 TB hou je maar 3 TB over. Dat vinden velen toch zonde van hun kostbare investering in schrijfruimte. Gelukkig zijn er slimmere RAID-varianten, zij het dat ook die hun specifieke nadelen hebben: RAID 3, 5 en 6.
Voor een RAID 3 array heb je minstens 3 harddisks nodig, maar het werkt ook met vier, vijf of meer schijven. Alle data wordt bij RAID 3 middels striping weggeschreven naar alle in het array aanwezige schijven op één na. Op die laatste schijf wordt zogenaamde parity-informatie opgeslagen. Dankzij deze informatie kan de data van iedere willekeurige schijf in het array opnieuw opgebouwd worden als deze crasht. Net als RAID 1 biedt dus ook RAID 3 beveiliging tegen het verlies van data bij een harddisk crash. Het grote voordeel is echter dat je veel minder capaciteit verliest: er is altijd slechts één schijf benodigd voor de parity en dat betekent dus hoe meer schijven in je RAID 3 array, hoe minder capaciteit je relatief kwijt bent. Een RAID 3 array van drie 1 TB harddisks biedt 2 TB capacitieit, want (3 – 1) x 1 TB = 2 TB. Een RAID 3 array van vijf 1 TB harddisks biedt 4 TB capaciteit, (5 – 1) x 1 TB = 4 TB. In het eerste geval verlies je 33% capaciteit, in het tweede voorbeeld slechts 20%; een stuk beter dan de 50% die je verliest bij RAID 1. RAID 3 heeft nog een voordeel: aangezien alle data net als bij RAID 0 verdeeld staat over meerdere schijven, gaat het lezen net als bij RAID 0 veel sneller dan met een losse harddisk. Het wegschrijven van data gaat in de praktijk echter wel wat langzamer, aangezien de parity-informatie berekend moet worden. Onderstaande afbeelding toont hoe RAID 3 te werk gaat in een array met drie schijven.