NZXT Phantom 630 review: om U tegen te zeggen

Inleiding

De meeste behuizingen die we bespreken op Hardware.Info kosten tussen de 50 en de 120 euro, zijn tussen de 45 en de 65 kubieke decimeter in omvang en hebben twee à drie 120 of 140 mm fans. Natuurlijk is er voldoende onderscheid in eigenschappen, functies en prestaties, maar de markt dicteert nu eenmaal bepaalde overeenkomsten. Een klein deel van de behuizingen die we testen heeft maling aan de mainstream en richt zich volledig op gebruikers die wat extra's willen en bovenal: meer. Meer ruimte, meer fans, meer aansluitingen. In dat selecte gezelschap bevindt zich de NZXT Phantom 630.

NZXT is in Nederland een kleine speler, maar wil daar uiteraard verandering in brengen. Van distributeur Caseking ontvingen we dan ook een sample van de Phantom 630, een imposante behuizing met een gemiddelde prijs in onze Prijsvergelijker van net geen 185 euro. Daarmee behoort het tot de zeven duurste kasten die we getest hebben en die nog verkrijgbaar zijn.

Eerder zagen we al bij de review van de NZXT Phantom 410 en de NZXT Switch 810 dat dit merk de nodige aandacht besteedt aan de buitenkant van zijn behuizingen, en ook dat men zich daarbij niet al te zeer laat belemmeren door de invloed die dat heeft op de vraagprijs. Daar is niets mis mee, maar voor de prijsbewuste koper in crisistijd is het wel van belang dat die méér voor zijn geld krijgt dan alleen een onconventioneel uiterlijk. Dat zit bij de Phantom 630 wel goed, want het is een van de weinige behuizingen die ruimte biedt aan XL-ATX moederborden.

XL-ATX is feitelijk een niet-bestaande standaard, die door verschillende merken verschillend wordt geïnterpreteerd, maar ze hebben alle gemeen dat moederborden in deze form-factor langer zijn dan standaard ATX. Daardoor bieden ze meer ruimte voor uitbreidingssloten. De NZXT Phantom 630 heeft er maar liefst negen, waar zeven de standaard is. Qua breedte ofwel diepte van het moederbord biedt deze kast ook flink wat ruimte, maar officieel past E-ATX ofwel Extended ATX er niet in. We zouden dat ook niet aanraden, om redenen die verderop in de review aan bod komen. Hoe dan ook is E-ATX geen veelgebruikt formaat voor consumentenmoederborden, om de simpele reden dat die nooit aan meer dan één processor ruimte bieden.

De Phantom 630 is dan ook gericht op veeleisende 'gewone' gebruikers, waarbij je uiteraard in de eerste plaats aan gamers denkt. Ook wie een stevig single CPU workstation wil bouwen op basis van consumentenonderdelen heeft potentieel een goede basis aan deze immense kast.

In de vergelijking

Hoe immens is duidelijk met onderstaande grafiek, waarin we de behuizingen waarmee we in dit artikel de Phantom 630 gaan vergelijken, hebben opgenomen - de grafiek geeft de ruwe afmetingen weer op basis van de externe dimensies. Daarmee is het een indicatie voor hoeveel ruimte een behuizing inneemt. Slechts een handvol modellen is groter dan de 92,3 dm³ die de Phantom 630 meet. Niet geheel toevallig zijn die ook alle (nog) duurder.

Als we alleen zouden vergelijken met behuizingen in dezelfde of hogere prijsklasse, was het vergelijkingsmateriaal erg karig. Bovendien zijn er genoeg XL-ATX-behuizingen die wat kleiner zijn, terwijl er ook zeer goed koelende modellen zijn die eveneens beduidend minder ruimte innemen. Aan de andere kant zijn er dus de nog grotere exemplaren waarmee de Phantom 630 direct concurreert. Het leek ons het meest informatief om deze buitenisse behuizing met een flinke selectie aan eerder geteste kasten te vergelijken, zodat je zelf het beste kan bepalen of je naast de koelprestaties ook de extra ruimte en voorzieningen wenst.