Sapphire Radeon R7 250 Ultimate review: passief gekoelde R7 250

Inleiding

Sapphire stuurde ons een volledig passief gekoelde versie van de Radeon R7 250. Wij namen deze Sapphire Radeon R7 250 Ultimate uitgebreid onder handen.

De Radeon R7 250 werd eind vorig jaar geïntroduceerd en is naast de R7 240's één van AMD's huidige budget-GPU's. De Radeon R7 250 is gebaseerd op de zogenaamde Oland-GPU die eerder al werd toegepast voor diverse mobiele videokaarten, maar vandaag hebben we te maken met een hele andere chip. Sapphire gebruikt voor deze kaart namelijk een Cape Verde-GPU. Anders gezegd: het gaat om een rebrand van de HD 7750. Door het grotere aantal stream-processors is die wat sneller dan de 'echte' R7 250, maar Dual Graphics werkt niet. De interessantste aanschafreden voor een R7 250, samen met de geïntegreerde GPU uit de Kaveri-reeks een soort CrossFire-opstelling maken, valt daardoor af.

Hoewel de videokaart dus over wat meer stream-processors beschikt, hebben die een wat lagere kloksnelheid dan die in de Oland-gebaseerde videokaarten. Waar die vaak op 1.000 of 1.050 MHz lopen, heeft deze kaart een GPU-klok van 800 MHz. Onder de streep zullen de prestaties daarom niet veel verschillen, maar we zullen straks gaan zien dat de Cape Verde-chip toch nog een tikje sneller is.

De Sapphire Radeon R7 250 Ultimate is een passief gekoelde versie van de R7 250, net als de eerder geteste XFX-kaart - die trouwens wel 'gewoon' een Oland-GPU heeft. Sapphire heeft een uit de kluiten gewassen koelblok op de kaart geplaatst. Dit koelblok is voorzien van een viertal heatpipes en is aan de bovenkant om de kaart heen gekruld, waardoor de kaart wat hoger is dan een uitbreidingsslot. Op de achterkant zitten DisplayPort-, HDMI- en DVI-connectors. In de doos vind je naast de kaart zelf ook een DVI-naar-VGA-adapter en een 1,8 meter lange HDMI-kabel.