ASRock C2550D4I / C2750D4I moederbord review: ideale keuze voor een thuisserver?

Aansluitingen

Bijzonder is het aantal SATA-poorten: 12 stuks. Zes daarvan worden aangestuurd door de Avoton SoC's, die 2x SATA600 en 4x SATA300 bieden. Voor de andere zes poorten, alle SATA600, heeft ASRock een 2-poorts Marvell 88SE9172 en een 4-poorts Marvell 88SE9230 controller ingezet. De eerste is via PCI-Express 2.0 x1 (500 MB/s) en de ander via PCI-Express 2.0 x2 (1 GB/s) met de CPU verbonden. Wij kennen in ieder geval geen harde schijven die meer dan 250 MB/s kunnen verwerken, dus de verbinding is zeker geen bottleneck.

Zijn er Mini ITX behuizingen waar je zoveel harde schijven in kwijt kunt? Ja, één: de SilverStone DS380 lijkt wel speciaal voor deze bordjes gemaakt. Dit kastje biedt 8 hot-swappable 3,5" posities en daarnaast nog intern vier 2,5" posities. Voor wie een luxe thuisserver op basis van één van de ASRock bordjes gaat maken, is deze SilverStone kast zodoende de enige logische keuze.

Achterop vinden we allereerst een VGA-aansluiting, een seriële poort en twee maal USB 2.0. De afwezigheid van USB 3.0, wat door Avoton niet standaard ondersteund wordt, is met het gebruik voor een thuisserver in het achterhoofd direct het grootste nadeel, al kan dat opgelost worden door een USB 3.0 uitbreidingskaartje dat in het aanwezige PCI-Express x4 slot geplaatst kan worden. En jawel, ook daar biedt het genoemde SilverStone kastje ondersteuning voor!

We vinden verder drie netwerkaansluitingen achterop. Twee zijn "normale" Gigabit-poorten, beide aangestuurd door een Intel WGI210AT controller. De derde poort is voor de onboard ASpeed AST2300 management chip. Deze biedt ondermeer de mogelijkheid voor KVM-over-IP, en ook dat is voor een thuisserver ideaal. Het maakt dat je je server bij wijze van spreken kunt inmetselen; dankzij de geïntegreerde KVM-mogelijkheid kun je het systeem zelfs al op BIOS-niveau van afstand bedienen.

De derde netwerkpoort is voor een geïntegreerde KVM-over-IP module.

Het bord biedt verder vier DDR3-geheugensloten. Het gebruik van ECC-geheugen is mogelijk, maar niet noodzakelijk. Wie een thuisserver bouwt kan dus ook voor goedkopere, normale DDR3-modules gebruiken. 

De processors op de bordjes zijn passief gekoeld en uit onze tests blijkt dat de Avotons ook zonder significante airflow prima stabiel blijven werken. Aangezien de bordjes oorspronkelijk zijn ontwikkeld voor in 1U rack servers zijn er wel zes fan-aansluitingen aanwezig. Dat zijn er dan direct ook meer dan voldoende voor ieder denkbaar thuisserver-kastje.

Ten slotte de prijzen: voor de 8-core C2750D4I betaal je gemiddeld € 392. De 4-core C2550D4I is een stuk voordeliger en kost gemiddeld € 278. Dat is dus uiteraard inclusief de processor, maar het blijven vanuit consumentenoogpunt stevig prijzen. Maar wanneer je bedenkt dat 8-bay NAS-apparaten beginnen bij zo'n € 700 en al snel € 900 kosten voor een leuk model valt het reuze mee: de combinatie van de C2550D4I, de SilverStone DS380, een zuinige SFX-voeding en 4GB geheugen heb je al vanaf zo'n € 550, getuige deze wensenlijst. Met een gratis OS als FreeNAS ben je dan per definitie goedkoper uit, en zelf met een volwaardige licentie van Microsoft Server Essentials 2012 R2 erbij zit je niet (ver) boven het bedrag van een 8-bay NAS.

Test

We hebben de twee ASRock bordjes op identieke wijze getest als de Intel Bay Trail bordjes uit onze recente vergelijkingstest. Dat betekent dat we de bordjes testen met de geïntegreerde CPU en verder 8 GB DDR3-1600 geheugen, een OCZ Vertex 4 128 GB SSD, een Corsair CX750M (80Plus Bronze) voeding en Windows 8.1 als besturingssysteem. Aangezien de voeding niet bijster efficiënt is en je gezien het doel van de bordjes vermoedelijk een efficiënter exemplaar zal kiezen hebben we de stroomtests ook nog eens uitgevoerd met een 80Plus Platinum PSU.