XYZware printsoftware
XYZprinting maakt gebruik van het XYZware printprogramma dat voor alle modellen uit de da Vinci serie gebruikt wordt. Omdat alleen het door ons geteste All In One model ook over een scanner beschikt, is hiervoor een apart programma met de naam XYZscan meegeleverd. Hoewel de look en feel van beide gelijk is, bestaat er geen onderlinge verbinding. Scan je een object in XYZscan, dan moet je het resultaat opslaan, om die file vervolgens in XYZware te openen als je het weer wilt printen.
De XYZware printsoftware is eenvoudig van opzet, maar biedt toch redelijk uitgebreide functionaliteit. De software kan overweg met standaard .STL files, maar ook met .NKG, 3W en .3MF bestanden. Wanneer je een bestand opent toont de software het object in een virtuele 3D-kubus, die de maximale printafmetingen voorstelt. Standaard worden objecten met hun onderkant in het midden op de bodem van de kubus geplaatst, maar het staat je vrij het object te verplaatsen, roteren, verkleinen en vergroten. Ook is het mogelijk meerdere losse 3D objecten gelijktijdig te laden en deze naast elkaar te positioneren, om ze zo gelijktijdig uit te printen.
Heb je het object of de objecten naar wens ingeladen en geplaatst, dan kan je de printopdracht uitvoeren. Hierbij krijg je allereerst een dialoogvenster te zien waar je het printmateriaal (ABS of PLA) en de printkwaliteit kunt kiezen. De printer heeft drie standaard presets voor de printkwaliteit: normaal, goed en excellent. Hierbij gebruikt de printer laagdiktes van respectievelijk 0,4, 0,3 en 0,2 millimeter. Wil je de printkwaliteit helemaal naar je eigen hand zetten, dan kan je het 'Advanced' menu uitvouwen waar je zelf de 3D-dichtheid, wanddikte, laaghoogte en snelheid kunt instellen. De 3D dichtheid geeft aan hoe groot de vullingsgraad van het geprinte object is. Om tijd en materiaal te besparen worden 3D objecten namelijk niet massief geprint, maar wordt de binnenkant gevuld met een honingraadstructuur. De fijnmazigheid hiervan is van 0 tot 90% instelbaar. De wanddikte, die aangeeft hoe dik de buitenwanden van objecten worden geprint, is in drie stappen instelbaar en de laagdikte kan gekozen worden tussen 0,1 en 0,4 millimeter. De laatste instelmogelijkheid, die van de snelheid, bepaalt in drie stappen hoe snel de printkop over het object beweegt. Een lagere snelheid zorgt voor een langere printtijd, maar ook voor nauwkeuriger resultaten.
Buiten deze instellingen voor de printkwaliteit kan je er ook voor kiezen om rafts en supports mee te printen. Een raft is een basislaag die je onder het object kan printen, en die ervoor zorgt dat er een solide basislaag is. Handig als je bijvoorbeeld een beeldje van de Eiffeltoren print: de vier poten worden dan door de raft met elkaar verbonden, waardoor deze beter op het printbed blijven kleven en de kans op fouten klein is. De raft heeft een open structuur en kan na het printen relatief makkelijk verwijderd worden. Supports zijn dunne 'steunpilaren' die meegeprint worden om te zorgen dat overspanningen niet inzakken. Om het voorbeeld van de Eiffeltoren er weer bij te halen: de eerste verdieping van dat gebouw zweeft in de lucht tussen de vier poten van de toren. Een 3D printer kan echter niet in het luchtledige printen, en door supports onder de verdieping te printen is de benodigde stevigheid toch aanwezig. Net als bij de rafts geldt dat ook de supports dun zijn uitgevoerd, zodat deze na het printen gemakkelijk te verwijderen zijn.
Als alle instellingen naar wens staan druk je op de 'print' knop. Vervolgens gaat de software aan de slag met het slicen van het 3D model. Tijdens dit proces wordt het 3D model omgezet naar machinecode die de 3D printer begrijpt, en waarbij laag voor laag precies aangegeven wordt waar printmateriaal moet worden neergelegd. Het slicen van objecten kan lang duren. In het geval van de Eiffeltoren uit ons voorbeeld, was een rappe Intel Core i7 machine er zo'n zes minuten mee bezig. Is het object eenmaal geslicet, dan wordt het via USB naar de printer gestuurd en begint het printen. Op dat moment kan je de printer loskoppelen van de PC, het model wordt zelfstandig vanuit het geheugen van de printers geprint. Ook is het mogelijk het geslicete model op te slaan als .3W bestand. Dit is feitelijk een printfile, die je op een later moment kunt inladen om het object opnieuw te printen met dezelfde settings. Qua indeling lijken de .3G bestanden sterk op de .GCODE files waar veel andere printers mee werken. Het is hierdoor ook mogelijk om een da Vinci printer te gebruiken met bijvoorbeeld het populaire Slic3r programma dat heel snel printfiles kan genereren.
2 besproken producten
Vergelijk | Product | Prijs | |
---|---|---|---|
![]() |
XYZprinting da Vinci 1.0
|
Niet verkrijgbaar | |
![]() |
XYZprinting da Vinci 1.0 AiO
|
Niet verkrijgbaar |