De kaart
De PVR250 bevat zoals gezegd een analoge TV-tuner en een Mpeg encodeerchip. Daarnaast treffen we op de printplaat een 8 mbit DRAM chip aan, een Philips chip voor het eigenlijke afvangen van TV-beelden (de SAA7115HL) en een geluidschip van Micronas. Op de slotplaat zien we een coax antenne-ingang, een S-video ingang, een composiet video ingang, een audio ingang en een connector voor de infraroodontvanger. In tegenstelling tot de grote broer PVR350 is deze kaart dus alleen in staat om TV-beelden weer te geven op de monitor van de PC. Voor weergave op een televisie zal een aparte TV-uitgang nodig zijn. Gelukkig voorzien de meeste moderne videokaarten hierin. Onze kaart wijkt overigens af van de afbeeldingen op het meegeleverde installatiepapier en de handleiding op cd-rom: hierop is de composiet ingang niet afgebeeld.
Van links naar rechts: coax kabel ingang, s-video in, composiet in, audio in, IR aansluiting.
Testsysteem
Video opnemen vergt normaal gesproken het een en ander van een systeem. On the fly comprimeren verkleint de belasting van (en dus de eisen aan) de harde schijf, maar vergt weer meer van de processor. Vandaar dat we deze kaart, die de processor flink zou moeten ontzien, hebben getest op een systeem uitgerust met een relatief simpele P4 Celeron cpu, lopend op 1,7GHz. Hauppauge stelt op de doos dat in principe een Pentium II 450MHz voldoende moet zijn... 512MB PC2100 geheugen, een MSI Geforce4MX440 videokaart en een Western Digital 800JB schijf (7200rpm, 8MB cache) maakten de testconfiguratie af.