AOC Agon AG241QG & AG241QX review: bijzondere wqhd gaming monitoren

AOC Agon AG241QG & AG241QX

Als je de AOC Agon AG241QG en de AG241QX naast elkaar zet, moet je hard zoeken naar verschillen. Op het eerste gezicht zijn de beide schermen identiek. Dezelfde stevige metalen voet, waarop het scherm kan draaien, kantelen, roteren en in hoogte versteld worden. Dezelfde metalen afwerking aan de achterzijde, het in de voet geïntegreerde handvat, de uitklapbare beugel voor een headset en de kenmerkende bedrade afstandsbediening, waarmee je snel een andere voorkeursinstelling kunt selecteren, zonder het on-screen menu in te duiken.

Ook bieden beide een schuifje op de voet, waarmee je kunt aangeven hoe hoog je het scherm hebt staan - dan kan je het snel weer op de gewenste hoogte zetten, wanneer het verschoven is. Eerlijk gezegd is dit een beetje een gimmick, maar we zien het vaker. Beter mee verlegen dan om verlegen, denken we maar. De mogelijkheid een smartphone of tablet snel op te laden via een van de usb-poorten vinden we nuttiger, dat wel - en die voorziening is gelukkig ook op beide schermen aanwezig.

Dit is wél handig

Verschillen openbaren zich pas, wanneer je gaat kijken naar de aansluitingen. De AG241QX biedt displayport, hdmi (met mhl-ondersteuning), dvi en vga. Daarnaast zijn er audio in- en uitgangen en een geïntegreerde usb 3.0 hub. Ook speakers zijn ingebouwd.

De AG241QG heeft door zijn G-Sync scaler wat minder inputs. Hier treffen we hdmi en displayport, plus audio in- en uitgangen, een usb 3.0 hub en speakers. Vga, dvi en mhl zijn hier dus niet van de partij.

Voor alle duidelijkheid is de AG241QX dus compatbile met Freesync-compatibele videokaarten (de facto, modellen van AMD), de AG241QG kan de verversingsfrequentie alleen synchroniseren met G-sync geschikte kaarten, oftewel die van Nvidia. Bij de eerste is het Freesync-bereik 30-144Hz, bij de tweede is het G-sync bereik 30-165 Hz. De AG241QG biedt ook de mogelijkheid van motion blur reductie in de vorm van ULMB, deze kan (zoals altijd) niet gelijktijdig gebruikt worden met G-sync.

Verder zijn de twee schermen hetzelfde, beide gebaseerd op een 23,8 inch 2560x1440 pixels tellend tn-paneel, met een pixeldichtheid van 123 ppi. Dat is iets meer dan de 110 ppi die je op een 27 inch monitor met deze resolutie zou aantreffen, en het betekent dat zonder softwareschaling bedieningselementen in Windows-toepassingen wat klein kunnen uitvallen. Er is echter, naar onze mening, nog altijd prima mee te werken. De pixels en daarmee weergave op een ultra hd 28-inch monitor zijn bijvoorbeeld beduidend kleiner.

Het paneel is omlijst met een niet bijzonder grote, maar wel zichtbare bezel. Vermoedelijk heeft AOC met opzet gekozen voor een wat groter frame: bij transport biedt dit meer bescherming dan de 'randloze' uitvoering die tegenwoordig bij veel monitoren trendy is.

Onder de streep kunnen we stellen dat beide schermen prettig stevig overkomen en qua inputs bieden wat je er voor het gebruiksdoel van mag verwachten. Of het design je aanspreekt laten we graag aan jou over, maar het valt zeker niet uit de toon bij wat in deze markt gebruikelijk is.