Latencies
Naast de klokfrequenties blijven de latencies uiteraard minstens zo belangrijk. Kort door de bocht zijn deze latencies de wachttijden tussen de aanvraag van een stuk data en geheugen en het moment dat de data daadwerkelijk beschikbaar is. De latencies worden over het algemeen aangegeven als een reeks getallen, bijvoorbeeld 4-4-4-12, waarbij achtereenvolgens de CAS-latency, RAS-to-CAS-latency, RAS precharge time en de RAS cycle time genoemd worden (zie kader). Vanzelfsprekend: hoe lager de latencies hoe sneller de modules in de praktijk zullen werken. Bij DDR2-chips zijn drie reeksen erg populair: 3-3-3-9, 4-4-4-12 en 5-5-5-15. Vandaar dat we alle modules verderop ook met deze drie timings hebben getest.
Naast de gewenste klokfrequentie zijn de timings voor het geheugen ook in het BIOS in te stellen. Alleen (gevorderde) overklokkers zullen dat handmatig willen doen, voor anderen brengt de zogenaamde SPD-chip op geheugenmodules uitkomt. Deze chip vertelt het moederbord immers op welke klokfrequenties en met welke timings de modules hun werk kunnen doen. De inhoud van die SPD-chip is eenvoudig uit te lezen met het gratis programmaatje CPU-Z. In afbeelding 1 zie je als voorbeeld de SPD van een set geheugenmodules van het merk GEIL. De SPD geeft aan dat de chips kunnen werken op 667 MHz (333 MHz DDR) met 5-5-5-15 timings, op 533 MHz (266 Mhz DDR) met 4-4-4-12 timings en op 400 MHz (200 MHz DDR) met 3-3-3-9 timings. In onze productdatabase vind je bij alle modules naast de officiële specificaties ook de inhoud van de SPD vermeld.
De inhoud van de SPD is eenvoudig met CPU-Z uit te lezen.