Nvidia GeForce GTX 1660 Ti review: Turing zonder RTX

Conclusie

De GeForce GTX 1660 Ti van Nvidia is de nieuwste aanwinst voor de Turing-familie, maar het is een vreemde eend in de bijt. Na alle RTX-marketing hype is de 1660 Ti namelijk weer een 'gewone' GTX-videokaart. Je krijgt dus geen hardwarematige versnelling voor ray tracing of dlss. De gpu van de GTX 1660 Ti is beduidend kleiner en de kaart kan daardoor goedkoper zijn. Nvidia noemt het een betaalbare 1080p gaming-videokaart voor de massa, maar dat is een eigenaardige redenering gezien de vanafprijs van 300 euro. In de praktijk koop je daarvoor óf een volledig uitgekleed model, óf een itx-kaartje. Met een luxere, betere koeler loopt de prijs van partnerkaarten op, naar het zich laat aanzien naar zo'n 350 euro.

Aan de andere kant: de GTX 1060 kwam in juli 2016 ook voor iets onder de 300 euro op de markt, en in de praktijk kwamen de kaarten van de fabrikanten uit op ruim 350 euro (en nog wel iets meer voor de meest luxe, gewilde varianten). Het groene bedrijf is wat dat betreft recent consequent in wat het als 'betaalbaar' ziet - maar het is enigszins ironisch dat het in het eigen marketingmateriaal rept van de vele mensen die nog een GTX 960 gebruiken, een kaart die in 2015 op de markt kwam voor rond de 200 euro. Had Nvidia de GTX 1660 Ti voor 250 euro in de winkel gelegd, dan was er veel meer sprake van een opleving in gpu-land en waren we een stuk enthousiaster over deze videokaart. 

Vergelijking met voorgangers...

Dat gezegd hebbende, het moge duidelijk zijn dat de GTX 1660 Ti een heel stuk sneller is dan de GTX 960, en ook in vergelijking met directe voorganger GTX 1060 zet hij een aanzienlijke prestatieverbetering neer. Op zowel 1080p als 1440p komt de 1660 Ti in onze Prestatiescore met een voorsprong van zo'n 45 procent uit de bus. Aangezien hij zoals beschreven grofweg evenveel kost als zijn directe voorganger ten tijde van introductie, kunnen we stellen dat je na 2,5 jaar tijd voor hetzelfde geld 45 procent meer prestaties krijgt.

De GTX 1660 Ti plaatst zich hiermee qua prestaties precies tussen de GTX 1070 en GTX 1070 Ti in. Die twee kaarten kocht je bij introductie destijds voor respectievelijk voor zo'n 520 en 580 euro. Ook in dit geval is het ruim twee jaar later, maar dezelfde prestaties kosten je nu, begin 2019, zo'n 200 euro minder. Een prijsverschil waar je een heel aardige monitor met variabele refresh rate voor kunt aanschaffen.

...en concurrentie

Het prestatieniveau van de 1660 Ti is vrijwel identiek aan dat van de Vega 56, en de kaart is met zijn vanaf-prijs van 299 euro niet geheel toevallig net wat goedkoper dan de eenvoudige modellen van de RX Vega 56. Daarmee lijkt de voornaamste bestaansreden van deze kaart om te doen wat de GTX 1070 Ti bij zijn lancering in 2017 ook moest doen: het leven van AMD's RX Vega 56 zuur maken. Zo lijkt de GTX 1660 Ti vooral een plichtmatige zet van Nvidia in het schaakspel van de videokaartenmarkt, louter bedoeld om de Vega 56 een minder aantrekkelijke optie te maken: vergelijkbare prestaties met een veel lager energieverbruik tegen een marginaal lagere prijs. 

GTX 1660 Ti of RTX 2060?

Dat zal voor Nvidia een logische stap zijn, voor de markt creëert de 1660 Ti niet alleen qua naam verwarring. Als je ons vraagt wat te kiezen, een GTX 1660 Ti of een RTX 2060, dan zal het antwoord zijn dat je voor de betere prijs-prestatieverhouding de GTX 1660 Ti moet hebben. De RTX 2060 is weliswaar 10 á 12 procent sneller, maar ook zo'n 20 procent duurder. Alleen als je overtuigd bent van de meerwaarde van raytracing en die laatste tientjes je niet veel uitmaken, ligt de RTX 2060 voor de hand. Ook bij die kaart ben je uiteraard wat meer kwijt voor een luxer model, net zoals bij de GTX 1660 Ti.

Het blijft nu nog afwachten tot de boardpartners hun prijzen van de verschillen uitvoeringen van de GTX 1660 Ti bekend maken, en of het zinvol is om te investeren in een luxere kaart. Die afweging kunnen we hopelijk binnenkort kunnen maken met een round-up van diverse modellen.