Huawei P30 en P30 Pro preview: camera imponeert bij dag en bij nacht

Inleiding

Net zoals vorig jaar heeft het een tijdje geduurd, want waar Samsung zijn Galaxy S10-serie vlak voor de MWC al liet zien, wacht Huawei traditiegetrouw tot na de mobieltjesbeurs om zijn nieuwe topmodellen voor te stellen aan het brede publiek. Gisteren was het dan zover: in een enorme zaal in Parijs werden de P30 en P30 Pro gepresenteerd. Het tweetal trekt vooral de aandacht met vernieuwingen op camera-gebied.

Het is niet voor niets dat we begonnen zijn met een verwijzing naar de Galaxy S10, want meer dan ooit lijken de P30 en P30 Pro op de toestellen van de grootste concurrent. Leg je de P30 Pro en de Galaxy S10+ naast elkaar, dan moet je van voren goed kijken om de twee uit elkaar te houden. Je ziet het nog vooral aan de plaatsing van de frontcamera: Huawei kiest voor een centrale notch, Samsung gaat zoals bekend voor het 'cameragat'.

Zowel de P30 als de P30 Pro beschikken over een amoled-scherm dat een zeer groot deel van de voorkant inneemt. Volgens Huawei zijn de bezels nog 3,3 mm dik, terwijl de druppelvormige notch slechts 6,6 mm breed is. Alleen bij de P30 Pro lopen de hoeken gekromd af; de P30 heeft een vlak scherm. De schermdiagonalen zijn ten opzichte van de voorgangers gegroeid tot 6,1 om 6,4 inch, waar de P20 en P20 Pro nog 5,8 en 6,1 inch van hoek tot hoek maten. Onder het scherm vinden we bij de P30 en P30 Pro nu een optische vingerafdrukscanner, die volgens Huawei 30 procent sneller zou werken dan het exemplaar van de Mate 20 Pro. Zo snel als de ultrasone scanner in de Galaxy S10(+) voelde de sensor tijdens onze korte testperiode echter niet, al is het verschil niet enorm.

Links/boven: P30 Pro. Rechts/onder: P30.

Draaien we de toestellen om, dan valt het expressieve kleurgebruik op. Bij de P20-serie was Huawei wat dat betreft ook al een trendsetter: de 'Twilight'-editie met zijn paarsblauwe kleurverloop verkocht hier aldus de fabrikant beter dan de zwarte versie, waarna meerdere Chinese fabrikanten uitbundig ogende toestellen naar de Europese markt brachten. Voor de P30-serie heeft Huawei dus nog meer kleurverlopen bedacht. Het 3D-gekromde glas van de achterkant is voorzien van 9 flinterdunne laagjes om het effect mogelijk te maken. De achterkant van ons witte testmodel ('Breathing Crystal') van de P30 Pro heeft bijvoorbeeld een verloop van paarsblauw naar donkergroen, terwijl ook een vuurrood toestel met oranje gloed ('Amber Sunrise') en een blauwpaars exemplaar met opvallende reflecties ('Sunrise Aurora') verkrijgbaar zijn - die twee moeten herinneren aan respectievelijk de zonsopkomst en het noorderlicht.

Kijken we rondom het metalen frame, dan zien we meteen een opvallend verschil tussen de P30 en de P30 Pro: de normale versie heeft wél een 3,5 mm-jack, waar de 'Pro' die moet missen. Volgens Huawei is de verhoogde waterdichtheid een reden geweest om de poort op het luxere toestel weg te laten. Waar de Pro een IP68-certificering heeft, wat betekent dat het toestel zonder problemen kan worden ondergedompeld, is de 'normale' P30 met zijn IP53-rating hooguit spatwaterdicht.

Op die manier zijn er - evenals de camera, waarover op de volgende pagina meer - nog wel meer kleine verschillen tussen de P30 en de P30 Pro die het verschil tussen beide toestellen moeten maken. Zo heeft de P30 met 3650 mAh een kleinere accu (de P30 Pro heeft een capaciteit van 4200 mAh, gelijk aan de Mate 20 Pro) en ontbreken de mogelijkheden tot draadloos opladen, het terug opladen van andere toestellen en 'Super Charge' met 40 W, waarover de P30 Pro wel beschikt.

De in-screen vingerafdruklezer.

Zowel de P30 als de P30 Pro beschikken over dezelfde Kirin 980-SoC. Die kennen we nog wel van de Mate 20-serie: Huawei's beste chipset van het moment is gebakken op het 7 nm-procedé en maakt net als de nieuwe Snapdragon 855 gebruik van de rappe Cortex A76-rekenkernen van Arm. In totaal zijn er acht cores aanwezig in 4-2-2-opstelling. Tevens biedt de Kirin 980 ondersteuning voor snelle lte-verbindingen, zoals het een netwerkfabrikant als Huawei betaamt, en daarbij is de P30 Pro het normale model weer ietwat sneller af.

Bij de P30 bestaat de geheugenconfiguratie uit 6 GB werkgeheugen en 128 GB opslag, terwijl je bij de P30 Pro een marktconforme 8 GB werkgeheugen plus 128 GB of 256 GB opslag terugvindt. Uitbreiden kan, maar dan wel via Nano SD, Huawei's propriëtaire geheugenkaartjes die hetzelfde formaat hebben als een simkaart.

Prijzen en beschikbaarheid

De Huawei P30 en P30 Pro zijn per direct te koop, waarbij de eerste levering moet plaatsvinden op 5 april. De 'normale' P30 is zoals gezegd verkrijgbaar in één geheugenconfiguratie en de drie genoemde kleurstellingen. Helemaal zwart is ook een optie. Welke kleur je ook wil, de prijs bedraagt altijd 749 euro, waarmee Huawei de P30 direct tegenover de kleinere Samsung Galaxy S10e positioneert. Ten opzichte van de voorganger is het toestel 50 euro duurder geworden.

De Huawei P30 Pro (links) naast de P30 (rechts).

De prijsstelling van de P30 Pro lijkt gericht op weer een andere Galaxy, waarmee dat toestel ook qua formaat zoveel overeenkomsten vertoont. Net als de Galaxy S10+ betaal je voor de instapversie van de P30 Pro met 128 GB opslag 999 euro, 100 euro meer dan de onmiddellijke voorganger. Wil je meer opslag, dan hoef je niet zoveel extra neer te tellen als bij Samsung: voor 1099 euro haal je een model met dubbel zoveel opslagruimte in huis. Een 512 GB-versie van de P30 Pro is er wel, maar wordt vooralsnog niet hier geleverd. In beide opslagvarianten is het toestel verkrijgbaar in dezelfde vier kleuren als het goedkopere model.