Oppo Reno review: Prima midranger valt tussen wal en schip

Intern

De binnenkant van de Reno huisvest een Snapdragon 710-chip, een octacore-processor gebouwd op het 10nm proces. Twee van de acht kernen werken op 2,2GHz, de andere zes hebben een kloksnelheid van 1,7GHz. Een bijbehorende Adreno 616-gpu verzorgt de grafische rekenkracht. De keuze voor een Snapdragon 710 in een 499 euro kostende smartphone kan opvallend genoemd worden. We vinden de processor namelijk vooral terug in goedkopere toestellen als de Nokia 8.1 (vanaf 305 euro). Voor de prijs van de Oppo Reno kan je ook een Asus Zenfone 6 of Xiaomi Mi 9 kopen, modellen met een krachtigere Snapdragon 855-processor. In het hoofdstuk met benchmarks besteden we uitgebreid aandacht aan de verschillende soorten prestaties van de Snapdragon 710-processor, ook in vergelijking met de Snapdragon 855.

Vermeldenswaardig is dat de Reno over 256GB ingebouwde opslagruimte beschikt. Hiervan is zo’n 225GB vrij voor je apps, foto’s en films. Dit is veel meer dan gebruikelijk in de prijsklasse rond 500 euro. De meeste concurrerende toestellen hebben 64GB of 128GB opslaggeheugen. De Reno ondersteunt overigens geen micro-sd-kaartje, dus je moet het doen met het interne geheugen.

Het werkgeheugen is 6GB groot, in lijn met de concurrentie. De hoeveelheid werkgeheugen is op papier ruim voldoende om te wisselen tussen recent gebruikte apps en games en maakt de Reno toekomstbestendig. Je kan twee simkaarten (dual-sim) in de smartphone stoppen. Het toestel ondersteunt bluetooth 5.0, 2,4GHz en 5GHz wifi-ac en nfc. De usb-c-aansluiting gebruikt een type 1.0-connector. Er is een 3,5mm-poort aanwezig om bekabeld audio af te spelen. De Reno werkt met 4G. In meerdere Europese landen verkoopt Oppo de Reno 5G, zijn eerste 5G-smartphone. Dit toestel lijkt voorlopig niet in Nederland te verschijnen. Nederlandse providers verwachten namelijk pas medio 2020 5G te kunnen aanbieden.