Twee nieuwkomers en een oudgediende in kastenland: Gigabyte Aorus C300G, MSI MPG Gungnir 100 en Cooler Master Silencio S600 review

MSI MPG Gungnir 100

Na Asus en Gigabyte stapte MSI enige tijd geleden ook in de behuizingenmarkt. Inmiddels heeft het merk al diverse modellen, maar wij beginnen hier even met het debuut, de MPG Gungnir 100. MPG geeft aan dat het een mid-range gaming behuizing is (MEG is high-end, MAG is instapniveau), Gungnir is de naam van de speer van Odin, de oppergod uit de Noorse mythologie. Tot zover de naam, hoe ziet de kast eruit?

Uiterlijk

Om te beginnen: behoorlijk groot. Dat zit vooral in de hoogte, met zo'n 52 cm is hij een centimeter of 5 hoger dan de doorsnee atx-kast. Die extra hoogte vertaalt zich in extra binnenruimte aan de bovenkant, boven het moederbord. Ook in de diepte is de Gungnir wat groter dan een modale atx-behuizing, waardoor hij ook een e-atx moederbord kan huisvesten. 

De voorzijde is kenmerkend, in een duidelijke hoek naar het midden toelopend, met bovenaan het bekende MSI-logo. Rond de boven- en onderzijde van het voorpaneel is rgb-verlichting aanwezig. Die driehoekige boven- en onderpaneeltjes kan je overigens vervangen door 'een eigen ontwerp', te vervaardigen met een 3D-printer bijvoorbeeld. Ook de zijkanten ogen wat 'uitgeklopt' door de van het midden schuin aflopende delen, waarin zich ventilatieroosters bevinden. Opvallend is het grote, gehard glazen paneel aan de linkerkant, helaas bevestigd met vier grote kartelschroeven. Dat maakt het plaatsen en verwijderen niet eenvoudiger. We verwachten eigenlijk gewoon een deurtje of een ander mechanisme. Heel fraai sluit het glas niet aan, maar dat lijkt by design: rondom is een flinke kier zichtbaar - of MSI van de nood een deugd heeft gemaakt of dat dit echt zo ontworpen is, weten we niet. De afwerking oogt er wat grof door.

Dat geldt ook voor de aanblik vanaf de achterzijde: het voorpaneel steekt iets uit ten opzichte van de zijpanelen, wederom met een rooster als overgang - maar samen met de uitstekende pootjes en de plastic ribbels die we her en der opmerken komt het ontwerp over als iets wat iemand in zijn garage in elkaar heeft gelast. Dat heeft een zekere industriële charme, maar subtiel is het niet. Ook de afdekking van de slotplaatjes aan de achterkant - iets wat we doorgaans op veel kleinere kasten zien om diepte te winnen - draagt bij aan het beeld van een behuizing waarbij het design niet de topprioriteit had.

De bovenzijde is afgesloten, behoudens de roosters aan weerszijden. Het valt te bezien hoe goede de luchtafvoer zal zijn, maar daar hebben we onze test voor. Het bovenpaneel is eenvoudig te verwijderen, wat positief is - eronder zijn de nodige bevestigingspunten voor koeling te ontwaren.

Aansluitingen

Qua externe aansluitmogelijkheden - ze zitten alle bovenop - houdt de Gungnir het overzichtelijk en traditioneel: twee keer 5 Gbit usb, audio in- en uitgangen apart en links een power-knop en rechts een reset-knop. 

Intern

Wie had gedacht dat de extra diepte en hoogte van de MSI MPG Gungnir 100 benut zou worden voor hardeschijfkooien, komt bedrogen uit. Intern biedt ook deze kast vooral lege ruimte. Een psu shroud verdeelt hem in twee compartimenten. Bovenin zien we een grote opening in de moederbordplaat, handig voor het monteren van koelers. Ook opvallend zijn de drie grote, met rubber afgewerkte openingen waardoor je kabels kunt wegleiden naar een iets meer naar voren komend deel. De cpu-koeler kan tot 17 cm hoog zijn, videokaarten tot 40 cm vinden probleemloos een plaats in het binnenwerk - zo lang zijn ze doorgaans niet eens bij benadering, dus dat zit wel goed.

Opslag kan je kwijt op meerdere plaatsen. Bovenop de psu shround treffen we twee 2,5" brackets voor ssd's of kleine harddisks, achter de moederbordplaat zitten er nog eens twee, voor een totaal van vier. Dan kan je er nog twee kwijt in de kooi onder de psu shroud, al ligt het meer voor de hand om 3,5" disks op die positie te monteren - beide zijn mogelijk in de uitneembare plastic lades, al moet je voor 2,5" opslag schroeven, voor 3,5" is dat niet nodig.

Verlichting

Achter de moederbordplaat is de nodige ruimte om kabels op te bergen. Opvallend is de afneembare overkapping waarmee je een kabeltros aan het oog kunt onttrekken - opvallend ook, omdat het paneel aan deze zijde natuurlijk gewoon ondoorzichtig staal is in plaats van glas. Maar toch, het staat wel zo netjes en kabels zitten zo niet in de weg voor de 2,5" brackets. 

Belangrijker is de hub linksboven, die uitsluitend bedoeld is om tot 8 adressable (digitale) rgb led-fans of strips op aan te sluiten. Deze  verbind je met een standaard 3-pins 5V connector op het moederbord (MSI noemt die header 'jrainbow', maar hij is hetzelfde bij de andere grote merken. Daarnaast moet je de hub verbinden met een sata-connector van je voeding, om de lichtcentrale van stroom te voorzien. 

MSI levert alvast één a-rgb fan mee, aan de achterzijde. Meer lichtpret (afgezien van de lampjes in het voorpaneel) moet je zelf aanschaffen.

Koeling

Afgezien van de genoemde enkele 12 cm rgb fan aan de achterkant bouwt MSI ook drie gewone 12 cm fans aan de voorzijde in. Die lichten niet op, wat niet gek is gezien de gesloten voorkant. Op die plek kan je ook een 420 mm radiator kwijt (of drie 14cm-fans), waarmee de Gungnir een van de goedkopere behuizingen is waarin je zo'n grote radiator kunt monteren. 

Bovenin is ook ruimte voor drie 12cm-fans, twee 14cm-exemplaren of een 360 of 280 mm radiator voor waterkoeling. Achterop kan je de aanwezige 12cm-ventilator ook vervangen door een van 14 cm. In totaal kan je 7 12cm- of zes 14cm-fans kwijt. 

Onder de streep is de Gungnir vooral een kast die 'veel voor weinig' levert: veel ruimte voor koeling, veel meegeleverde fans, veel voorzieningen voor verlichting. De afwerking en verfijning zeker aan de buitenzijde blijven dan wat achter, maar aan de binnenkant zien we veel dat we waarderen.