HEVC, wellicht beter bekend als H.265, werd in april 2013 geïntroduceerd als de encoder van de toekomst. In het algemeen kunnen daarmee hogere resoluties op dezelfde bandbreedte als H.264 getoond worden, of is juist dezelfde kwaliteit mogelijk met ruwweg 30 tot 50 procent minder data. Vooral bij 4K-videostreams kan de HEVC dus zijn vruchten afwerpen.
Een nieuwe lobbygroep genaamd HEVC Advance dreigt echter roet in het eten te gooien: voorheen waren er geen licentiekosten voor streaming services als YouTube en Netflix, maar nu wordt bij gebruik van H.265 gepleit voor 0,5% van de totale omzet.
Grotere blokken zorgen bij H.265 voor efficiëntere codering
Inkomsten van licenties
Sinds de introductie is de High Efficiency Video Codec al in enkele apparaten en services te vinden: Nvidia, AMD en Intel hebben hardwarematige ondersteuning ingebouwd in enkele GPU's en Netflix gebruikt de codec voor het streamen van content in 4K. Enkele televisies en smartphones zijn ook al gereed voor HEVC.
De royalty's van H.264 worden door MPEG LA geregeld, een groep licentiehouders waar ook fabrikanten als Apple, Samsung en Fujitsu onder vallen. De groep was van plan om hetzelfde beleid te gaan voeren voor H.265, waardoor er praktisch niets zou veranderen: fabrikanten van hardwarematige en softwarematige encoders betalen licentiekosten, terwijl content creators en streaming services gespaard blijven.
Bedrijven zijn echter niet verplicht om zich bij MPEG LA aan te sluiten en de groep heeft ook geen autoriteit over de verschillende patenten. Het is namelijk geen eigenaar, maar heeft net als iedereen wel het recht om licenties te verkopen. Een vijftal fabrikanten was het blijkbaar niet eens met de overeenkomsten van MPEG LA en heeft nu een eigen lobbygroep opgericht: HEVC Advance.
HEVC Advance
General Electric, Technicolor, Dolby, Philips en Mitsubishi Electric zijn de vijf grondleggers en hebben afgelopen woensdag hun prijzen bekendgemaakt (PDF hier te downloaden). Opvallend genoeg is het niet bekend welke patenten de groep precies in handen heeft. Men spoort nu andere fabrikanten aan zich ook aan te sluiten bij HEVC Advance.
Zoals gezegd bedragen de royalty's 0,5 procent van de omzet, een flink bedrag dat de invoering van H.265 kan vertragen of zelfs tegen kan houden.
Alternatieven
Uiteraard is H.265 niet de enige codec die meer efficiente resultaten neerzet. Google en Mozilla werken bijvoorbeeld respectievelijk aan de open VP9 en Dalaa codecs. Toch kan dat een erg moeizame strijd gaan worden: H.265 is inmiddels al geïntegreerd in hardware en wordt al gebruikt.
Een volledige overstap naar de codecs van Google en Mozilla lijkt dus onwaarschijnlijk. Diensten als Twitch en YouTube kunnen wellicht echter makkelijker een overstap maken dan bijvoorbeeld Netflix, die ook grotendeels afhankelijk is van de hardwarematige encoders van televisies.
Google belooft met VP9 vergelijkbare resultaten als H.265
Bron: ArsTechnica
