Andy Grove, die achtereenvolgens directeur, CEO en voorzitter van de raad van bestuur was bij Intel, is op 79-jarige leeftijd thuis overleden. De van oorsprong Hongaarse man overleefde de bezetting van Hongarije en vluchtte voor het Sovjetgeweld tegen de Hongaarse Opstand, was na de oprichter Gordon Moore en Robert Noyce de derde werknemer van Intel en stond aan de voet van Intels eerste microprocessor-ontwerpen.
Een doodsoorzaak werd niet bekendgemaakt, maar hij leed al sinds 2000 aan Parkinson. Satya Nadella, de CEO van Microsoft, noemde hem 'een leider, een pionier en een groot voorbeeld'. Hij was 'één van de reuzen in de technologiewereld', aldus Apple-topman Tim Cook. "Andy heeft het onmogelijke waargemaakt, telkens opnieuw, en heeft generaties technici en ondernemers geïnspireerd", schreef de huidige Intel-CEO Brian Krzanich in een reactie. Ook andere topmensen van hard- en softwarebedrijven stonden stil bij zijn dood.
Baanbrekende processors als de 386 en de Pentium werden onder leiding van Grove ontwikkeld, maar daarnaast was hij ook de auteur van enkele bekende managementboeken. De hardwarepionier laat zijn vrouw, twee dochters en acht kleinkinderen achter.
Andy Grove (links) samen met Microsoft-oprichter Bill Gates, in 2001.