Het brein achter Project Ara, de Nederlandse Dave Hakkens, heeft in een post aan Google gemeld dat hij ontevreden is met de weg die Google gekozen heeft met Project Ara. Hij haalt aan dat de huidige vorm die Google voor ogen heeft, niet aansluit met het doel van het project. Dit doordat de meest belangrijke componenten niet vervangbaar zijn.
Google heeft namelijk de keuze gemaakt om onder andere de SoC, de accu en het scherm in één module te plaatsen, waardoor die dus ook niet individueel te vervangen zijn mochten ze sneuvelen. Dit past niet bij het idee achter de modulaire telefoon, zoals Hakkens dat voor ogen had. Hij had als doel het verminderen van de hoeveelheid elektronisch afval, wat goed mogelijk is met het makkelijk kunnen vervangen van cruciale componenten. Nu enkel zaken als de camera en de speakers verwisseld kunnen worden, is dat doel achterop geraakt.
Verder geeft hij Google het advies om de modules voor de modulaire telefoon niet enkel onder het gezag van Google uit te geven en te ontwerpen, zoals dat nu gebeurt. Liever ziet hij een ecosysteem op basis van veelgebruikte standaarden, waar veel verschillende bedrijven aan werken. Op die manier zou het concept beter worden doordat bedrijven meer met elkaar samenwerken in plaats van concurreren zoals met het huidige concept zou gaan gebeuren.
Hakkens kwam in september 2013 met het concept achter Project Ara en ging later samenwerken met Motorola. Met de overname van Motorola door Google kwam het uiteindelijk ook daar terecht, waarna Google verder ging met de ontwikkeling ervan. Dit jaar kwam tijdens Google's I/O conferentie de informatie naar buiten dat Project Ara aankomende herfst als developer editie uitgebracht wordt.
Dave Hakkens is wel blij met het blokkige uiterlijk dat behouden is.
Bron: Dave Hakkens
