Onderzoekers TU Delft bereiken datadichtheid van bijna 10 TB per vierkante centimeter

Het is onderzoekers van de TU Delft gelukt om de vermoedelijke grens van datadichtheid te bereiken. Onder leiding van doctor Sander Otte werd één kilobyte, oftewel 8.000 bits, weggeschreven op een oppervlakte van 96 bij 126 nanometer. Elke bit werd daarbij vertegenwoordigd door de ligging van één chlooratoom. Omgerekend is dat een datadichtheid van 500 terabit per vierkante inch, terwijl de meest geconcentreerde harde schijven en SSD's op dit moment rond de 1,3 terabit zitten.

De gebruikte technologie heet scanning tunneling microscope, waarbij een minuscule naald wordt gebruikt om de atomen individueel te verplaatsen. Volgens Otte is de techniek vergelijkbaar met een schuifpuzzel: "Elke bit bestaat uit twee posities op een oppervlak van koperatomen en een chlooratoom, dat we heen en weer kunnen schuiven tussen deze posities. Als het chlooratoom in de bovenste positie is, met een leegte eronder, noemen we het een 1. Als het gaatje bovenaan zit en het chlooratoom zich dus onderaan bevindt, is de bit een 0." Omdat de atomen op de gaatjes na worden omgeven door andere chlooratomen, houden ze elkaar in positie en kunnen ze dus worden gebruikt voor data-opslag.

Het zal nog even duren voordat het mogelijk is om de technologie in de praktijk toe te passen. Om de atomen te kunnen gebruiken voor opslag is een temperatuur van 77 kelvin, waarbij stikstof vloeibaar is, en een erg schoon vacuüm nodig. "Met dit succes zijn we echter een grote stap verder gekomen", aldus Otte.

In 1959 voorspelde de Amerikaanse natuurkundige Richard Feynman al dat er ooit één stukje informatie per atoom kon worden opgeslagen door individuele atomen op een specifieke manier te ordenen. Als eerbetoon aan hem is een passage uit zijn boek gebruikt als data om met deze technologie op te slaan.

De manier waarop 1 kilobyte werd opgeslagen met chlooratomen (STM-scan, 96x126nm).

Op deze plaats stond content van een externe website, deze is verwijderd om ongewenste tracking-mogelijkheden te voorkomen.

Bron: TU Delft

« Vorig bericht Volgend bericht »
0