Uit slides in handen van BenchLife blijkt dat Cannon Lake, de opvolger van Kaby Lake, native USB 3.1-ondersteuning krijgt en ook standaard Gigabit WiFi gaat ondersteunen. De slides tonen details van de chipset voor de komende generatie. In het verleden had de site ook al informatie die later juist bleek te zijn. Het gerucht kwam al eerder voorbij.
De 300-serie chipsets verschilt op het oog niet heel veel van de 200-serie, anders dan de USB 3.1 en WiFi-ondersteuning. Bij Kaby Lake-moederborden zijn de snellere USB-poorten vaak inbegrepen, maar dat is dan via een losse controller. Met de nieuwe oplossing komen de poorten direct van Intel. Hoe de implementatie is blijft uiteraard nog onduidelijk, maar in totaal zouden er tien USB 3.0-poorten zijn, waarvan tot zes stuks 3.1 aankunnen. Ook staat er dat er Intel Integrated Wireless-AC Support op zit. Dit is in feite native ondersteuning voor Gigabit 802.11ac WiFi met daarbij Bluetooth.
Hoewel van een relatief betrouwbare bron, toch het bijgaande advies met de bekende korrel zout.
Bron: BenchLife