Volgens The Wall Street Journal hebben SoftBank en Nvidia bijna consensus over de overhandiging van Britse chipontwerper Arm.
Daarmee zou de deal waar halverwege juli het eerste nieuws over ging al rond zijn. Het verkoopbedrag zou iets meer dan 40 miljard dollar in cash en aandelen bedragen, iets wat de Japanse investeringsmaatschappij in ieder geval enig rendement op moet leveren. in 2016 is Arm namelijk aangekocht voor 32 miljard dollar.
Er mag dan bijna een overeenkomst zijn, het blijft opvallend dat Nvidia al zo ver is gekomen. Aangezien de Amerikaanse chipontwerper zelf ook chips ontwerpt en bedrijven als concurrent heeft die van Arm licenties van arm-chipontwerpen en voor het maken van dergelijke chips afnemen, zal het voor de nodige antitrust-rechtszaken gaan leiden. De enorme hoeveelheid intellectueel eigendom en intellectueel talent bij Arm kan er namelijk toe leiden dat Nvidia een oneerlijk concurrentievoordeel ontwikkelt.
Ook binnen Arm zelf wordt deze mening gedeeld. De topmensen binnen het bedrijf zijn het er niet mee eens dat er serieuze gesprekken lopen met Nvidia. Mede-oprichter Hermann Hauser denkt dat het inderdaad een ramp zou zijn voor de neutraliteit van de industrie, en dat de verkoop zou leiden tot het verlies van werkgelegenheid in het Verenigd Koninkrijk. Daarnaast zou het gezien kunnen worden als gebrek aan competentie en daadkracht van de Britse overheid, zo argumenteert ex-topman Tudor Brown. Een beursgang heeft door beide topmensen de voorkeur, maar dit zou niet gelukt zijn. Ook het verdelen van de aandelen onder verschillende aan Arm gelieerde bedrijven bleek niet vruchtbaar, hoewel naast Nvidia ook Foxconn en TSMC interesse getoond zouden hebben.
Bron: The Wall Street Journal