Intel zou van plan zijn om zijn nand-geheugentak te verkopen aan SK Hynix. Met de deal zou een bedrag van 10 miljard dollar gemoeid zijn. De fabrikant hoopt met de verkoop minder last te hebben van de ups en downs van de geheugenmarkt, waarbij de prijzen volatiel zijn. Mede daardoor en omdat er relatief weinig verdiend wordt op flashgeheugen, zou de chipgigant al een poosje kijken naar een verkoop of in elk geval een samenwerking. De deal met SK Hynix zou op het punt staan getekend te worden, aldus analisten.
Wanneer de deal gesloten wordt zal Intel zijn aanwezigheid in China nog verder terugdringen. De aanhoudende handelsoorlog zou daarbij van invloed zijn, waarbij meerdere multinationals van plan zijn de fabricage van goederen te verplaatsen uit Oost-Azië naar andere landen of zelfs geheel terug naar Amerika. Intel produceert nand-flashgeheugen en 3D Xpoint, waarbij dat laatste alleen door Intel en Micron geproduceerd wordt. Het ligt niet voor de hand dat de fabrikant zijn 3D Xpoint-geheugentak wil verkopen, aangezien ze hiermee een voordeel hebben op concurrenten.
Volgens The Wall Street Journal zal Intel de verkoop komende maandag aankondigen. Na het publiceren van het artikel van de krant schoten de aandelen van Intel omhoog. Aandeelhouders reageerden verheugd dat het bedrijf van plan is een risicovolle afdeling te verkopen. Een uur later zakte de aandelenkoers weer terug naar het niveau van voor de publicatie.
Update:
Inmiddels is de verkoop een feit. Intel en SK Hynix zijn een bedrag overeengekomen van omgerekend 7,64 miljard euro. De overname omvat de gehele nand-productietak, maar zoals verwacht niet het Optane-gedeelte, dat gebruik maakt van het 3D Xpoint-geheugen. Intel en SK hynix verwachten eind 2021 toestemming voor de overnameplannen te krijgen van de verschillende toezichthouders in de VS, China en Zuid-Korea.
SK Hynix betaalt Intel 7 miljard dollar voor de ssd-divisie en in 2025 nog eens 2 miljard voor intellectueel eigendom rond de prodcutie en ontwerp van nandflashwafers en voor de overgang van het personeel.
Bron: Wall Street Journal
