Vanavond heeft Apple tijdens een live-event zijn eerste MacBook Air getoond aangedreven door Apple Silicon. Deze zogenaamde M1-chip is in eigen beheer ontwikkeld en markeert daarmee het einde van een jarenlange samenwerking met Intel voor het leveren van processors.
De vernieuwde MacBook Air heeft een 13,3 inch 'Retina' scherm met een groter kleurbereik. Zo kan het scherm nu de P3-kleurruimte weergeven. De sterk verbeterde M1-chip is gefabriceerd op 5nm en daardoor zou de laptop krachtiger zijn dan zijn voorgangers. Volgens Apple is de chip zelfs drie keer sneller dan de meeste Windows laptops. De nieuwe SoC bevat acht cpu-cores en tot acht gpu-cores. Hij wordt bijgestaan door maximaal 16GB werkgeheugen en een ssd tot maximaal 2 TB.
De laptop kan iPhone- en iPad-apps draaien, heeft een Touch ID-vingerafdruksensor en een geclaimde accuduur van 18 uur. De laptop heeft twee Thunderbolt-/usb 4-poorten, een Force Touch-trackpad, en een Magic Keyboard met achtergrondverlichting. Omdat de SoC een relatief laag energieverbruik heeft is passieve koeling voldoende, dus zonder ventilator.
Het nieuwe besturingssysteem, macOS 12 'Big Sur', is gebouwd met de nieuwe M1-chip in het achterhoofd. Apps zouden hierdoor sneller opstarten en zware processen zouden eenvoudiger te behappen zijn door de nieuwe SoC. In de toekomst is het mogelijk dat apps van derden de nieuwe software gaan ondersteunen.
Apple verkoopt zijn nieuwe MacBook Air met M1-chip vanaf 17 november voor een adviesprijs vanaf 1129 euro.
Bron: Apple