Het Europese Parlement heeft in een persbericht geschreven dat het consumenten wil ondersteunen in het gemakkelijker maken van het repareren en hergebruik van elektrische apparaten. Hier heeft het een resolutie voor aangenomen waarin regels staan over de repareerbaarheid en garantie, alsook duidelijke informatie over de verwachte levensduur en de beschikbaarheid van onderdelen.
In totaal stemden 395 parlementsleden vóór de regelgeving, slechts 94 stemden tegen en 207 individuen kozen ervoor neutraal te zijn. Het Parlement wil hiermee hergebruik en reparaties stimuleren. Bovendien moeten er systemen in gebruik worden genomen om praktijken die bewust de levensduur verkorten te ontmoedigen, zoals het stevig vastlijmen van onderdelen. Ook moeten bedrijven ontmoedigd worden om juridische conflicten te beginnen tegen partijen die producten willen repareren en hergebruiken. Consumenten zouden namelijk een recht om te repareren hebben, volgens de actieslogan 'Right to Repair' van de EU.
Verder moeten onderdelen waar mogelijk gestandaardiseerd worden volgens het besluit. Een groot punt dat hiervoor wordt aangehaald is het verplichten van een universele oplader, zodat producten zoals smartphoneadapters gebruikmaken van dezelfde aansluiting en op meerdere apparaten van verschillende merken te gebruiken zijn. De EU heeft dit al vaker voorgesteld en zelfs verplicht, maar inmiddels lijkt er nog altijd niet één standaardoplader en -aansluiting te zijn. Apple heeft begin dit jaar nog geprotesteerd tegen het nemen van een dergelijke beslissing.
Het lijkt erop dat het vooral bij de individuele lidstaten wordt neergelegd, die er zelf actie voor moeten ondernemen en vermoedelijk een gedeeltelijke eigen invulling aan moeten geven. Uit een onderzoek van de EU constateert het dat 77% van de ondervraagde EU-inwoners liever zijn apparaten repareert dan vervangt, en 79% is van mening dat fabrikanten verplicht moeten zijn om reparatiemogelijkheden toe te staan en mogelijk moeten maken.
Bronnen: Europese Parlement, (onderzoek)