Nvidia blijkt stilletjes zijn eerste professionele videokaart op basis van de Ampere-architectuur te hebben onthuld. De kaart heet simpelweg RTX A6000, en laat daarmee de Quadro-naamgeving vallen.
De grafische kaart maakt gebruik van de GA102-chip die ook in de RTX 3090 en 3080 zit, maar in het geval van de A6000 zijn alle cores actief. Daardoor moet het aantal op 10.752 cuda-cores liggen. De GA102-300-die in de RTX 3090 biedt 10.496 cores, de nieuwe variant biedt dus 256 extra cores. Over kloksnelheden zelf zegt Nvidia niets, maar Videocardz constateert dat hij in single-precisionworkloads een rekenkracht van 38,7 tflops moet hebben. Dat is 3,1 tflops meer dan wat de RTX 3090 officieel kan verwerken.
Hij moet dus ook hogere kloksnelheden hebben, de prosumer-kaart heeft namelijk 2,4% meer cores en tegelijkertijd bijna 9% beter prestaties. Het is mogelijk dat Nvidia TSMC's 7nm-node voor deze producten gebruikt, dat proces moet hogere kloksnelheden bij hetzelfde verbruik als Samsungs 8nm-node mogelijk maken. In totaal is er 48 GB gddr6 aanwezig. Er is niet gebruikgemaakt van het gddr6x-geheugen dat de chipontwerper op zijn gamingkaarten zet, daardoor zal de bandbreedte opmerkelijk genoeg juist iets lager zijn dan het geval is bij de RTX 3090 voor gamers. Daar krijg je echter dubbel zoveel geheugen voor terug.
Verder heeft de videokaart ondersteuning voor de vGPU-virtualisatiesoftware en is de achterkant voorzien van vier displayport 1.4-aansluitingen, usb type-c is afwezig en natuurlijk is hdmi 2.1 op deze kaarten ook niet aanwezig. Opvallend is dat de goudkleurige blower-koeler een klein deukje heeft, net zoals het referentiemodel van de RX 5700 XT. Wat hij officieel gaat kosten is nog niet duidelijk, waar hij bij de webwinkel B&H Photovideo te koop is voor 5.500 Amerikaanse dollar.
Bron: Nvidia
