Low-code platformen zoals Mendix en AppSheet maken het mogelijk om applicaties te bouwen zonder veel programmeerkennis. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een grafische interface waarmee gebruikers apps kunnen configureren, zonder dat er met de hand geprogrammeerd hoeft te worden. Dit maakt het makkelijker en sneller om apps te bouwen in grote bedrijven, zonder dat de ict-afdeling er aan te pas hoeft te komen.
Een voorbeeld van een eenvoudige app in Power Fx
Power Fx is Microsofts nieuwe low-code programmeertaal die het, in combinatie met hun eigen platform Power Apps, mogelijk moet maken om apps te bouwen die volledig samenwerken met het ecosysteem van Microsoft. Zo moet het mogelijk zijn om de apps uit te breiden met Microsofts cloud computing-platform Azure. Power Fx is gebaseerd op Excel, waardoor het makkelijk te gebruiken moet zijn, en minder snel tegen de limitaties van andere low-code platformen aan moet lopen. De makers hebben ook inspiratie gehaald uit onder andere Pascal en Mathematica.
Volgens Microsoft is Power Fx niet alleen gebaseerd op Excel, maar moet deze zich ook net zo gedragen. Dit betekent dat de taal declaratief is, en bij elke aanpassing in de code meteen het resultaat opnieuw berekent. Doordat elke aanpassing gelijk verwerkt wordt, is het ook niet nodig om code te synchroniseren. Ook moet het mogelijk zijn om naast het gebruik van de grafische interface, zelf code te schrijven voor complexere toepassingen.
Een voorbeeld van het verschil tussen Power Fx en JavaScript
Power Fx moet ook te gebruiken zijn in onder andere Visual Studio Code. Later komt er ondersteuning voor andere platformen van Microsoft, zoals Dataverse. Microsoft hoopt dat door de programmeertaal open-source te maken, deze ondersteund gaat worden door programmeurs, en uiteindelijk de standaard wordt voor dit soort toepassingen.
Bronnen: TechCrunch, Microsoft (1), Microsoft (2)