Een federale districtsrechtbank in Texas oordeelde in het voordeel van Intel in de tweede zaak tegen VLSI Technology. VLSI beschuldigde de chipfabrikant ervan inbreuk te hebben gemaakt op twee van zijn patenten en eiste een compensatie van 3,1 miljard dollar.
VLSI Technology verkoopt zelf geen producten, maar beheert alleen patenten. Het bedrijfsmodel bestaat uit het genereren van winst door rechtszaken tegen andere bedrijven. De patenten US6633187B1 en US6366522B1 zijn overgedragen aan VLSI door de Nederlandse halfgeleiderfabrikant NXP. VLSI is een dochteronderneming van Fortress Investment Group, die op haar beurt weer toebehoort aan Softbank, dat ook eigenaar is van bijvoorbeeld ARM.
VLSI's advocaat Morgan Chu links en rechts Intel's jurist William Lee.
De advocaat van Intel zegt dat de patenten uit de vroege jaren 2000 met relatie tot mp3-spelers zelfs toen niet innovatief waren. VLSI beschuldigde Intel ervan zijn technologie te gebruiken voor het energiebesparingsmechanisme Speed Shift. Processoren gebruiken dit om hun eigen energietoestand te regelen en daarmee stroom te besparen.
Het geëiste bedrag van meer dan 3 miljard dollar was volgens Intel onevenredig. De patenten waren oorspronkelijk in handen van het bedrijf SigmaTel, dat in 2008 door Freescale Semiconductor gekocht werd voor 110 miljoen dollar. De volledige octrooiportefeuille zou destijds zijn geschat op 7 miljoen dollar. NXP nam op zijn beurt Freescale Semiconductor in 2015 over voor $12 miljard. Een van de betwiste patenten is in november 2020 verlopen, de andere volgt in mei 2021.
Dezelfde rechtbank die nu de rechtszaak van VLSI heeft afgewezen, oordeelde vorige maand over andere patenten. Intel zou bijna 2,2 miljard dollar moeten betalen, maar betwist de uitspraak. Ook VLSI kan in dit geval bezwaar indienen. Een derde procedure tussen de twee partijen volgt in juni 2021.
De drie procedures lopen onder de dossiernummers 6:19-cv-00256, 6:19-cv-00255 en 6:19-cv-00254.
Bronnen: heise, Bloomberg, Law.com