In januari heeft Samsung officieel de Galaxy S21-serie aangekondigd. Eén van de opvallende eigenschappen was de iets lagere prijs van de Galaxy S21 5G. Counterpoint Research heeft ontdekt dat de S21-serie ook iets goedkoper is om te produceren.
De prijzen lijken een uitzondering te zijn op de rest van de markt, aangezien vlaggenschip-smartphones steeds duurder worden. De bill of materials die de marktanalist heeft samengesteld gaan in op de kosten van de S21 Ultra en worden vergeleken met de S20 Ultra 5G. Hieruit blijkt dat de S21 Ultra 5G ongeveer 7% goedkoper is dan zijn directe voorganger. Samsung is een erg verticaal geïntegreerd bedrijf, en volgens Counterpoint komt 63% van de onderdelen van Samsung zelf. Vermoedelijk helpt dat met het zo laag mogelijk houden van de kosten.
De integratie van de Exynos 2100-soc moet een groot verschil maken. Deze van Samsung afkomstige chip heeft ook een geïntegreerd 5G-modem, terwijl voorgaande Qualcomm Snapdragon-soc's nog de behoefte hadden aan een extern modem voor 5G-connectiviteit. De Exynos 2100 biedt bovendien grotere prestatieverbeteringen ten opzichte dan zijn voorganger dan de Snapdragon 888 — Samsung heeft immers niet zijn custom arm-cores geïntegreerd, maar de standaardontwerpen van chipontwerper Arm zelf. De Snapdragon 888 wordt wel voor bepaalde markten ingezet, maar vermoedelijk niet voor de Europese markt.
Met name de ontwerpen van de S21 en S21+ moeten de kosten meer in acht nemen. De geschatte kosten voor onderdelen zijn met 12 tot 13% gedaald. Dat moet voor een deel zijn veroorzaakt door displays met een lagere resolutie, het gebrek aan een time-of-flight-camera en minder werkgeheugen in de S21+. In de S21 Ultra is het aantal mmwave-antennes in het 5G-modem verlaagd van drie naar twee, en verder heeft hij geen meegeleverde lader en oordoppen.
Bron: Counterpoint Research