Microsoft legt met Windows 11 flink de nadruk op nieuwe beveiligingsvereisten, zoals een recente processor en een tpm 2.0-module. De functie virtualization-based security (VBS) is hier ook een onderdeel van. 3DMark-ontwikkelaar UL Benchmarks heeft echter ontdekt dat het Windows 11 juist trager maakt.
Virtualization-based security geeft een deel van het werkgeheugen extra beveiliging door dit deel te isoleren van de rest van het geheugen. UL Benchmarks schrijft dat de functie prestatieverlies veroorzaakt, maar waar het door wordt veroorzaakt is niet duidelijk.
Vbs staat standaard aan op systemen met een volledig schone Windows 11-installatie, maar niet op modellen die worden geüpgraded vanaf Windows 10. Dat betekent dat bepaalde systemen niet standaard last hebben van het probleem, maar sommige andere pc's wel. Hoe groot de invloed precies is weten we helaas ook nog niet.
Vlak voor de introductie van het besturingssysteem doken er benchmarkresultaten van een vroege build op, waar juist uit bleek dat de prestaties in bepaalde gevallen juist significant beter waren. Of bij deze testresultaten de genoemde problematische functie al aan stond is niet bekend.
Bron: UL Benchmarks