Microsoft heeft in juni de Windows 11-bèta beschikbaar gesteld voor vroege testers. Zoals met menige software-update zal een deel van de gebruikers liever terug willen of moeten naar wat ze voorheen hadden, en voor Windows 11 zal dat niet anders zijn. Gelukkig biedt Windows 11 ingebouwde mogelijkheden om de update terug te draaien.
De functie heet 'Downgrade' en is te vinden in Instellingen onder het kopje Systeem > Systeemherstel. Het voormalige besturingssysteem wordt namelijk in zijn geheel opgeslagen als back-up. Het is uitsluitend via Windows zelf mogelijk in de eerste tien dagen dat je het geïnstalleerd hebt, daarna is de schijfruimte die is gebruikt voor de back-up beschikbaar om overgeschreven te worden.
Na op deze functie te hebben geklikt krijg je de bekende blauwe installatieschermen. Microsoft vraagt je waarom je alsnog terug wilt naar Windows 10, en ook krijg je de laatste mogelijkheid om te controleren op updates. Het kan zijn dat mogelijke problemen hiermee al opgelost kunnen worden, zodat het bedrijf je wellicht over kan halen om toch Windows 11 te blijven gebruiken. Na de tien dagen op Windows 11 is het alleen mogelijk om terug te gaan door een back-up te maken van het volledige systeem, los van deze functionaliteit.