Update 16-10-2021 13:00: Het artikel is aangevuld met de slides van Steve.
Gisteren werd in Amsterdam CES Unveiled gehouden. Dit was het eerste fysieke evenement van de bekende elektronicabeurs, sinds 2020. De organisatie was in Amsterdam om haar visie op de techmarkt te delen en bood aan een groot aantal startups de mogelijkheid om zich te presteren. Hardware Info had de mogelijkheid om met Steve Koenig, de VP Research van CES-organisator CTA van gedachten te wisselen.
Steve begint met een glimlach en vertelt dat hij zeer gelukkig is om sinds 2020 nu weer eindelijk een live evenement te houden. Tot nu toe organiseerde de organisatie alleen digitale bijeenkomsten, met Unveiled Amsterdam kwam daar gisteren nu dan ook verandering in. Het wordt natuurlijk nog beter als begin volgend jaar de CES-beurs in Las Vegas gehouden zal gaan worden. Van 5 tot 8 januari 2022 zullen weer veel fabrikanten exposeren in de beurshallen en diverse andere locaties in de bekende stad in Amerika. Het was voor ons een zeer spannende periode, toen alle evenementen digitaal werden en nu is het weer net zo spannend nu het weer fysieke evenementen worden.
CES Unveiled was het eerste fysieke evenement van de CES-organisatie sinds 2020.
De achterliggende periode heeft voor veel uitdagingen, maar ook voor veel innovatie gezorgd. Hoe kijk jij naar deze ontwikkelingen?
We hebben er de afgelopen tijd veel over gepraat en voor overduidelijke redenen zou ik als eerste de ontwikkelingen op het vlak van digitale gezondheidszorg naar voren willen brengen. Daarvoor zijn verschillende oplossingen gekomen om op afstand zorg te brengen. Ook heeft de situatie gezorgd dat er veel ontwikkelingen zijn geweest op het gebied van logistiek. Zo worden er meer robots ingezet en ook worden veel producten contactloos geleverd.
Hoodredacteur van Hardware Info Frank Everaardt en Steve Koenig van de CES-organisatie
De belangrijkste ontwikkeling is niet perse een ontwikkeling in de consumentenmarkt, al hebben ze er wel veel mee te maken. Dat is namelijk de digitale transformatie en versnelling hiervan van veel organisaties en bedrijven. Vele daarvan hebben de stap naar online zaken doen moeten maken of versnellen in de afgelopen tijd. Denk hierbij aan restaurants die er voor hebben moeten kiezen om afhaal- of bezorgmaaltijden aan te bieden, iets dat ze eerder niet hoefden te doen. Deze ontwikkeling zal de komende tijd door blijven gaan.
De techmarkt blijft volgens Koenig groeien.
Europese consumenten willen de komende tijd graag een smartphone aanschaffen.
Hoe kijk je naar hybride werken of samenwerken?
Ik ben sceptisch dat we met z’n allen weer zo gaan werken als voorheen. Je ziet dat mensen andere keuzes zijn gaan maken. Consumenten nemen meer diensten af, denk hierbij aan videodiensten. Zo is Disney+ in slechts twee jaar tijd enorm gegroeid naar een van de grootste aanbieders van videodiensten, na Netflix. In de achterliggende periode zijn ook veel mensen gaan nadenken over hoe we dingen nu doen. Mensen zeggen: door thuis te werken heb ik meer tijd voor mijn familie of te sporten en ik heb bewezen prima thuis te kunnen werken.
Disney+ is de nummer drie in de markt voor videodiensten.
Koenig denkt dat deze nieuwe manier van werken gemeengoed gaat worden voor werkgevers. Bedrijven zoeken mensen met de juiste vaardigheden en kennis. Aan de andere kant zullen werknemers eer en meer flexibiliteit eisen bij de werkgevers. Dat zal niet altijd kunnen, mijn vrouw is bijvoorbeeld mondhygiënist en die kan natuurlijk niet op afstand werken.
Consumenten blijven trouw aan de diensten die ze afnemen.
Mensen kunnen ook makkelijker op afstand werken, dat geldt bijvoorbeeld voor mensen die programmeren of werken in wereldwijde teams. Ik heb een vriend die al tien, twintig jaar vanuit huis werkt in een team van mensen die wereldwijd vanuit huis werken. Het sleutelwoord is flexibiliteit: de mensen willen de optie hebben om thuis te kunnen werken en niet elke dag meer op kantoor te hoeven zijn. Ik denk ook dat we nu weer meer in een ritme gaan komen van fysieke meetings. Ik denk dat er inmiddels best veel vermoeidheid heerst van digitale meetings met Zoom, Teams enzovoort.
Digitale transformatie heeft een verandering in de retail betekend.
We zijn inmiddels sociale wezens en dus zullen we weer meer en meer fysieke bijeenkomsten gaan houden en bezoeken. Niet omdat we het moeten, maar omdat we het willen. Veel mensen verlangen weer sociale interactie. Ook voor meetings waarin creativiteit vereist is – zoals whiteboardsessies – zal vaker weer fysiek ontmoet worden. Dat soort sessies digitaal waarin mensen niet meer dan een tegeltje op een scherm zijn, leveren vaak onvoldoende op.
Hieraan losjes gerelateerd zijn de tekorten in de componentenmarkt. De levertijden blijven lang, voor sommige producten is het 22 weken en zelfs soms 52 weken. Welke ontwikkelingen zie je daar?
De problemen met de aanvoer van chips is een enorm probleem geworden. We stoppen inmiddels chips in ongeveer alles, van televisies tot zelfs de tractors van John Deere. De wachttijden tot chips geleverd worden, blijven enorm oplopen. Bijvoorbeeld bij microcontrollers die in veel producten worden toegepast is de wachttijd van order tot levering opgelopen tot maar liefst 38 weken, dat is 8,5 maanden!
Ondertussen kiezen fabrikanten er voor om de chips die ze kúnnen krijgen op voorraad te leggen. Ook kopen ze soms zomaar chips omdat ze de chips misschien een keer nodig zouden hebben. Door deze acties lopen de tekorten nog verder op.
In Amerika is de Ford F150 Pickup-truck de meest populaire auto. Dit circuit in Kentucky staat vol met onafgebouwde F150's, wachtend op chips.
Dit heeft minder gevolgen voor de zeer grote spelers in de markt. Zij kunnen de levertijden omlaag brengen, vanwege het volume dat ze afnemen. De tekorten hebben grote gevolgen voor de kleine fabrikanten en die in het middensegment. Samsung bijvoorbeeld, zij maken zelf chips. De elektronicadivisie van Samsung zal zelf wel de chips krijgen die ze nodig heeft, maar de klanten van de chipdivisie zullen meer op rantsoen staan.
Hoe gaan we dit probleem oplossen? Er is een oplossing op de korte en de lange termijn. Op korte termijn doen veel chipfabrikanten er alles aan om meer volume te kunnen leveren uit de bestaande fabrieken. Op de lange termijn moeten er veel meer chipfabrieken gebouwd worden. Dat laatste zal zeer binnenkort beginnen: niet alleen in Oost Azië, maar over de hele wereld. Uiteindelijk zal de chipfabricage beter over de hele wereld worden verdeeld. Maar net als dat Rome niet in één dag is gebouwd, worden deze fabrieken ook niet in een dag neergezet. Dat betekent dat er niet op heel korte termijn een oplossing is. Wel verwacht ik misschien in 2023 een vermindering in de tekorten, maar dat kan ook nog later worden.
Zie je dat deze tekorten gevolgen hebben voor de innovatie? Omdat mensen bepaalde producten niet kunnen aanschaffen ontstaat er geen markt. Denk hierbij aan spelontwikkelaars, die spellen ontwikkelen voor grafische kaarten en gameconsoles die niet te koop zijn. Welke gevolgen heeft dat?
Grote bedrijven kunnen soms wel aan de chips komen, maar als je als kleinere fabrikant acht maanden moet wachten op chips: dat is simpelweg té lang. De tekorten hebben ook de aandacht van de overheid getrokken, inclusief de overheden van Amerika en Europa. Onlangs heeft dan ook een eerste bijeenkomst plaatsgevonden door de Trade en Technology Council van Amerika en Europa om op hoog niveau samen te werken om oplossingen te gaan vinden voor deze problematiek. Ook willen ze samenwerken om de innovatie door te laten gaan.
De tekorten kregen eerst de aandacht van de fabrikanten. Zoals je weet heeft de auto-industrie grote klappen gekregen. Daarna kreeg het de aandacht van de consumenten omdat ze niet konden krijgen wat ze wilden kopen. Kijk naar gameconsoles: die tekorten hebben gevolgen voor de komende feestdagen.
Nu heeft het de aandacht van de overheid getrokken. Daar vraagt men zich af wat er aan de hand is en wil men proberen deze problematiek te helpen oplossen.
Het reactievermogen van de overheid is niet zo groot. Het duurt vaak meerdere jaren voordat er iets gebeurd, heeft dit wel zin?
Het is een positief teken dat de overheden zich er nu mee bezighouden en dat de samenwerking tussen de Verenigde Staten en Europa nu is gestart, om de innovatie door te laten gaan. Ik verwacht niet dat een paar snelle bijeenkomsten de problemen zullen oplossen.
Samsung, Intel en TSMC doen enorme investeringen.
De echte oplossing is het bouwen van nieuwe fabrieken. Intel, Samsung, TSMC en anderen hebben plannen aangekondigd om nieuwe fabrieken te bouwen. Het gaat hierbij om enorme investeringen waarbij miljarden dollars / euro’s gemoeid zijn. Let wel: je kunt deze fabrieken niet zomaar ergens bouwen. Het zijn grote fabrieken die veel van de omgeving vergen en bijvoorbeeld veel water en energie.
In 2030 komt 1 op de 4 chips uit China.
China zet ook door: men is heel druk bezig met het bouwen van een groot aantal nieuwe fabrieken. Het land wil namelijk aan de top komen van de chipindustrie. Als je kijkt naar de cijfers van onder andere de Boston Consulting Group, dan zie je dat in 2030 de markt zich heeft ontwikkeld voor chipfabricage, naar een punt waar China ongeveer een kwart in handen heeft. Het aandeel van Europa en Verenigde Staten zal dan ongeveer gelijk en zelfs iets lager zijn dan nu. China is het enige land dat haar marktaandeel de komende jaren zal vergroten. Een op de vier chips komt in 2030 dus uit China. Dit is dus een andere reden om de Trade Technology Council van Amerika en Europa op te richten. Dit enorme marktaandeel van China is voor sommige mensen zeer verontrustend.
Een andere factor zijn veel geopolitieke zaken zoals de status van Taiwan, dat maakt het nog gecompliceerder dan het al was.
Er zijn nu veel plannen voor het bouwen van chipfabrieken, daarmee zijn enorme investeringen gemoeid. Ook kost het enige tijd om een fabriek te bouwen. Verwacht je dat de economie nog wel behoefte heeft aan zoveel chips, als deze fabrieken gereed zijn? Het is immers niet gezegd dat de economie zich gunstig blijft ontwikkelen.
Dit is een punt om het ook over de auto-industrie te hebben. Hier worden veel chips gebruikt die gebaseerd zijn op ouderwetse technologie. Chipfabrikanten willen deze chips eigenlijk niet meer produceren, omdat de marges te klein zijn. Fabrikanten zoals Ford zijn dan ook bezig om eigen fabrieken te bouwen, ook om minder afhankelijk te zijn.
Wat verwacht je voor CES 2022?
We zullen volgend jaar de nieuwe Westhal in gebruik nemen. Daar zul je de autofabrikanten zien en in totaal 200 exposanten op het vlak van logistiek. Ik het verwacht een en ander te zien op het gebied van autonome bevoorradingssystemen om bijvoorbeeld pakketjes af te leveren. Daarnaast zullen we ook de eerste bedrijven gaan zien op de beurs die bezig zijn in de markt voor ruimte-technologie. Je zult onder andere het commerciële ruimteveer Dream Chaser van Sierra Space gaan zien op het voorterrein van de beurs.
In de Noordhal waar voorheen de autofabrikanten stonden, zul je nu de exposanten die zich met de gezondheidszorg, robottechnologie en nieuwe technieken bezighouden terugvinden. Als vanouds vind je de elektronicafabrikanten in het centrale gedeelte van de beurs.
Nu we het even over logistiek hebben: dat is nu ook een probleem. Als fabrikanten al de chips hebben kunnen krijgen die ze willen: dan betalen ze torenhoge bedragen om de producten te vervoeren naar Europa en Amerika.
Nederland is met een grote startupdelegatie aanwezig op de beurs. Maar liefst zeventig bedrijven maken de reis naar Las Vegas en daarvan hebben er maar liefst dertien een innovatie award toegekend gekregen.