Nikkei en de Financial Times hebben in samenwerking met de teardown-specialist Fomalhaut Techno Solutions het nieuwste iPhone-topmodel, de iPhone 13 Pro Max, uit elkaar gehaald. Hieruit blijkt dat Apple waarschijnlijk winstmarge opoffert door het gebruik van krachtige hardware om competitief te zijn ten opzichte van zijn rivalen. Zo bedraagt de materiaalkost van de iPhone 13 Pro Max 256 GB ongeveer 438 dollar, een stijging met factor 2,5 in vergelijk met de iPhone 4S, die tien jaar geleden op de markt is gekomen.
Deze toename wordt deels verklaard door het gebruik van relatief krachtigere hardware: het oled-paneel van Samsung is het duurste component met een kostprijs van 105 dollar, gevolgd door het camerasysteem van 77 dollar, een vertienvoudiging tegenover tien jaar geleden. Op de derde plaats staat de A15 Bionic-soc, met een prijskaartje van 45 dollar. De voorgenoemde componenten vertegenwoordigen een aandeel van respectievelijk 20, 17,6 en 10 procent van de totale kostprijs.
Hoewel de kosten van de onderdelen zijn gestegen, heeft de iPhone 13 Pro Max een relatief lage kostprijs ten opzichte van de verkoopprijs. Deze verhouding bedraagt 36,5% bij het Apple-vlaggenschip, wat lager is dan bij de concurrentie. Sony, Xiaomi en Samsung zitten relatief dicht in de buurt met een ratio tussen 37,9 en 39,4 procent, terwijl Google en Huawei verder uiteenlopen (44,9 en 51 procent). Bij deze berekening wordt wel enkel rekening gehouden met de kostprijs van de onderdelen, andere factoren zoals marketing en R&D zijn buiten beschouwing gelaten.
Een vergelijking van de verhouding kostprijs-verkoopprijs van de voornaamste fabrikanten.
Wie de volledige analyse wil bekijken, kan terecht op de website van Nikkei.
Bron: Nikkei
