HMD Global introduceert op maandag twee nieuwe budgetsmartphones onder het Nokia-merk. De G11 en G21 zijn beide uitgerust met displays van 90 Hz en moeten een lange accuduur bieden. Ze volgen respectievelijk de G10 en G20 op, die in juni 2021 uitkwamen.
Bij beide smartphones zet Nokia erop in dat ze lang meegaan, zowel op het gebied van accuduur als software-ondersteuning. De G11 en G21 houden het volgens de fabrikant tot drie dagen uit op één lading, al wordt niet gespecificeerd bij wat voor soort gebruik dat is. Ook belooft Nokia twee jaar Android os-upgrades en drie jaar beveiligingspatches voor de toestellen, die vanuit de doos op Android 11 draaien.
Wat hardware betreft lijken de G11 en G21 flink op elkaar: een 6,5-inch ips-display (720 x 1.600) op 90 Hz, een Unisoc T606 en een accu van 5.050 mAh. Opladen kan met maximaal 18 W, maar de telefoons worden geleverd met een adapter van 10 W.
Het verschil tussen de twee zit hem voornamelijk in de geheugenconfiguraties en camera. De G11 heeft standaard 3 GB ram en 32 GB rom, al is hij ook te krijgen met 4/64 GB. De G21 begint juist met die uitrusting en is tegen meerprijs ook met 128 GB opslag te krijgen. Beide ondersteunen een micro-sd-kaartje om maximaal 512 GB opslagruimte toe te voegen.
Waar de G11 verder een primaire camera van 13 megapixel heeft, telt die van de G21 50 mp. Voor de rest zijn de camerasystemen gelijk, met twee sensoren van 2 mp achterop (macrocamera en dieptesensor) plus een frontcamera van 8 mp. Beide modellen hebben een koptelefoonaansluiting, en de G21 ondersteunt daarnaast nfc.
De Nokia G11 komt in april op de markt in het donkergrijs en blauw. De versie met 3/32 GB gaat 149 euro kosten. Zijn grotere broer, de G21, is per direct verkrijgbaar in taupe en donkerblauw. Met 64 GB opslagruimte kost hij 189 euro, en voor een tientje meer krijg je 128 GB.
Bron: Nokia