Energiebedrijf Zonneplan heeft op basis van CBS-cijfers berekend dat nergens in Nederland het aantal zonnepanelen per huishouden zo hard is gegroeid als in de provincie Noord-Brabant. Vergeleken met 2016 ligt daar het aantal panelen dat een gemiddeld huishouden in 2021 bezat liefst 5,5 keer hoger. In Zeeland en Groningen zou dan weer sprake zijn van 'slechts' een verdrievoudiging, ofschoon het Groningse Oldambt wel de snelste stijging heeft genoteerd.
Noord-Brabant dankt zijn koppositie vermoedelijk aan een combinatie van twee factoren. Enerzijds zijn de inkomens er gemiddeld genomen hoger dan in grote delen van de rest van het land, waardoor een investering in zonnepanelen eerder tot de mogelijkheden behoort. Anderzijds, en daarin verschilt Noord-Brabant van de Randstad, hebben Brabanders relatief vaak een eigen dak dat geschikt is voor zonnepanelen. In Noord- en Zuid-Holland is het percentage meergezinswoningen (veelal flats) aanzienlijk hoger.
In absolute zin, dus puur gekeken naar het aantal zonnepanelen per huishouden in 2021, blijkt Drenthe echter koploper. Een doorsnee huishouden heeft hier 3,21 zonnepanelen op het dak, tegen bijvoorbeeld 1,11 en 1,22 in respectievelijk Zuid- en Noord-Holland. Maar omdat die vergelijking door het percentage geschikte woningen, zoals hierboven beschreven, mank gaat, heeft Zonneplan specifiek gekeken naar de relatieve toename in de afgelopen vijf jaar. Dat laat volgens het bedrijf beter zien in hoeverre inwoners per provincie gemotiveerd zijn om eigen stroom op te wekken.
Zoals al eerder gemeld, blijken de inwoners van de gemeente Oldambt in Groningen het hardst aan de slag zijn gegaan met zonnepanelen. Hadden zij in 2016 gemiddeld nog 0,39 zonnepanelen per huishouden, in 2021 is dit gegroeid tot 3,27: keer 8,4 dus. Na Oldambt volgt de Gelderse villagemeente Rozendaal, die in absolute zin overigens weer koploper is met 4,83 zonnepanelen per huishouden.
Bron: Zonneplan