Google pakt vanaf Android 14 zogenoemde 'task killer'-applicaties aan die beweren achtergrondprocessen te kunnen stoppen voor een snellere smartphone, zo ontdekte Esper. Vanaf de aankomende versie van het besturingssysteem (die nu in beta is) kunnen apps alleen nog zélf de killBackgroundProcesses()
-api gebruiken. Volgens Google is het bijna exclusief zo dat het geforceerd afsluiten van apps onder de streep meer rekenkracht kost en dat Android zelf een goede taakmanager heeft.
Tot dusver kunnen apps van derden de betreffende api gebruiken om 'achtergrondprocessen' geforceerd af te sluiten. Deze apps beweren vaak dat ze onnodige apps kunnen afsluiten en daarmee het geheugen kunnen opschonen. Google is daarentegen zeer expliciet hierover: "Het is voor apps van derden niet mogelijk om het geheugen, stroomverbruik of de warmteverdeling van een Android-apparaat te verbeteren." De techgigant verwijst naar een blogpost over misleidende appadvertenties en suggereert hiermee dat appontwikkelaars ook niet mogen claimen dat ze de prestaties van een Android-apparaat kunnen verbeteren.
Android is ontworpen om apps in de cache op de achtergrond automatisch af te sluiten wanneer het systeem meer geheugen nodig heeft. Als een app andere applicaties onnodig afsluit, kan dit de systeemprestaties juist verslechteren en accuverbruik verhogen. Dit komt omdat apps dan volledig opnieuw opgestart moeten worden, wat significant meer rekenkracht vereist dan het hervatten van een app opgeslagen in de cache.
Ontwikkelaars kunnen vanaf Android 14 dus niet meer van de killBackgroundProcesses()
-api gebruikmaken voor andere apps. Applicaties kunnen nog wel zichzelf afsluiten met deze api.