De Europese Commissie heeft zijn conclusies gepubliceerd over de veelbesproken overnamedeal tussen Microsoft en Activision-Blizzard. Volgens de toezichthouder heeft de deal potentiële nadelige gevolgen voor de concurrentiemogelijkheden in Europa, maar zou Microsoft genoeg voorzorgsmaatregelen hebben voorgesteld om toch het groene licht te krijgen. Daarmee is dit hoofdstuk overigens nog niet afgesloten, want andere toezichthouders als de Britse CMA en de Amerikaanse FTC houden de deal vooralsnog steevast tegen. De EC concludeert:
Het diepgravende onderzoek van de Commissie wijst erop dat Microsoft rivaliserende consoles en abonnementenservices niet zou schaden [bij een overname van Activision-Blizzard]. Tegelijkertijd werd geconcludeerd dat Microsoft concurrentiemogelijkheden zou schaden wat de distributie van games via cloudstreamingservices betreft en dat zijn positie binnen het pc-besturingssysteemsegment versterkt zou worden.
De conclusie bestaat kort door de bocht uit twee delen. Enerzijds was er de veronderstelling dat andere consolemakers als Sony belemmerd zouden worden als Microsoft ervoor zou kiezen om games als Call of Duty exclusief voor de Xbox uit te brengen. Daar is de Europese Commissie het niet mee eens; Sony zou groot genoeg zijn om ook zonder die franchise prima te kunnen overleven.
Daarnaast stelt de toezichthouder dat Activision-Blizzard überhaupt niet van plan is om zijn games via abonnementenservices uit te brengen. Desalniettemin vindt de EC dat hier een risico op concurrentiebelemmering is. Microsoft zou games van Activision-Blizzard namelijk alsnog alleen kunnen uitbrengen via de eigen gameservice Xbox Game Pass (Ultimate, want de EC richt zich specifiek op streaming/cloudgaming). Daarom belooft de techgigant dat alle huidige en toekomstige games van Activision-Blizzard de komende tien jaar op alle cloudgamingservices worden uitgebracht; een Europese consument heeft het komende decennium alle mogelijkheid om deze games te streamen. Zo wordt het Xbox Game Pass-abonnement niet aan consumenten opgedrongen.
Bron: Europese Commissie