Het Europees Parlement heeft voor het Artificial Intelligence Act-wetsvoorstel gestemd. Real-time massasurveillance met gebruik van biometrische gegevens wordt voor nu in principe verboden. Bovendien moeten bedrijven die zich bezighouden met kunstmatige intelligentie gaan uitleggen hoe ze hun modellen trainen en zullen ze risicoanalyses moeten kunnen overleggen over de inzet van AI.
Het EU-parlement wil dat er duidelijke regels en grenzen zijn voor bedrijven die kunstmatige intelligentie in het openbare leven in de 27 lidstaten willen gaan toepassen. Zo moeten fundamentele rechten en democratische waarden beschermd worden, aldus de President van het Parlement. De voorstellen voor de AI Act liggen er sinds 2021 en moeten het gebruik reguleren zonder de ontwikkelingen in de technologie zelf te hinderen. Er wordt bijvoorbeeld ingezet op het voorkomen van het gebruik van AI om zogenaamde ‘sociaalkredietsystemen’ op te zetten. Ook het gebruik van erg breed te interpreteren termen als ‘Hoge Risico situaties’ moet voorkomen worden. Echter wordt verwacht dat lidstaten niet zomaar mee willen gaan in deze algehele verboden.
Het gebruik van camera’s om gezichten te scannen en herkennen met behulp van biometrische gegevens in de publieke ruimte wordt aan banden gelegd. Dit gaat echter niet gelden voor overheidsgebouwen. Voorgestelde uitzonderingen voor situaties waar gezichtsherkenning ingezet kan worden voor het vinden van vermiste kinderen of het voorkomen van terroristische aanslagen haalden het niet in de stemmingen.
De Europese Commissie zal na beraad met de lidstaten van de EU al voor het einde van dit jaar met een definitieve versie van de AI Act komen. Bedrijven zullen dan in 2026 al wetten als richtlijnen hebben om mee te werken. Tot die tijd denkt de Commissie dat bedrijven via onderhandelingen bewogen kunnen worden om op vrijwillige basis dergelijke regels alvast in te voeren.
Bron: ITPro Today