Intel krijgt toch nog EU-boete voor oneerlijke concurrentiepraktijken, maar lang niet zoveel als eerst opgelegd

De EU geeft Intel toch een boete voor het uitvoeren van concurrentiebelemmerende praktijken, al is het wel een stuk minder dan de initiële miljardenboete. Die legde de Europese Commissie op omdat de chipfabrikant tussen oktober 2002 en december 2007 kortingen zou hebben gegeven aan HP, Dell, NEC en Lenovo bij de aanschaf van chips van Intel. Ook zou Intel fabrikanten betaald hebben om producten die worden aangedreven met AMD-chips uit te stellen of in zijn geheel niet meer uit te brengen. De EC vond dit oneerlijke concurrentie en gaf Intel in 2009 daarom een boete van 1,06 miljard euro. De chipbakker was het hier echter niet mee eens en ging in 2014 tegen de boete in beroep.

Acht jaar later gaf het Gerecht van de Europese Unie Intel deels gelijk: de Commissie zou een onvolledige analyse hebben uitgevoerd, waardoor de voordeligere tarieven niet kunnen worden gelinkt aan oneerlijke concurrentie. Daarnaast werd gesteld dat de 'naakte restricties' wél de Europese wet overtraden. Aangezien het Gerecht van de EU niet in de positie was om te bepalen hoeveel Intel dan wel zou moeten betalen, werd in eerste instantie de gehele boete van tafel geveegd.

Nu heeft de EC Intel echter een nieuwe boete opgelegd van 376,36 miljoen euro. Die geldt enkel voor 'de naakte restrictiepraktijken' van Intel. Oftewel, voor het feit dat Intel de verkoop van concurrerende producten probeerde te belemmeren. Overigens heeft de EC ook beroep aangetekend tegen de uitspraak van het Gerecht van de EU. Als de EC hierbij in het gelijk wordt gesteld, zou het kunnen dat Intel het resterende bedrag (voor de kortingen die het aan fabrikanten gaf voor de aanschaf van eigen chips) ook alsnog moet betalen. 


Afbeelding via Gerecht van de Europese Unie

Bron: Europese Commissie

« Vorig bericht Volgend bericht »
0