De Franse autoriteit voor consumenten en markten (ACM), de Autorité de la Concurrence, heeft onlangs een inval gedaan bij het kantoor van Nvidia vanwege vermoedelijke anti-competitieve praktijken in de videokaart sector. Hoewel de autoriteit Nvidia niet expliciet heeft genoemd, melden verschillende gerenommeerde bronnen zoals Reuters en de Wall Street Journal dat het kantoor van Nvidia het doelwit is van het onderzoek. De Franse waakhond onderzoekt mogelijke oneerlijke concurrentie in de cloud-computingsector en maakt zich zorgen dat grote spelers met hun immense rekenkracht kleinere start-ups kunnen verdringen, wat als oneerlijke concurrentie wordt beschouwd.
Deze week staat Nvidia in het middelpunt van de belangstelling. Dit is begrijpelijk gezien het feit dat het bedrijf bijna 80% van de capaciteit levert voor generatieve AI-toepassingen en zijn omzet bijna heeft verdubbeld ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Dit doen ze met videokaarten en specifieke chips voor dat doeleinde. Nvidia heeft haar omzet bijna verdubbeld ten opzichte van Q2 vorig jaar. Hierdoor kunnen ze mogelijk concurrenten zoals SK Hynix, die hun eigen generatieve AI-kaart hebben ontwikkeld, uit de markt drukken, zelfs als de kaart mogelijk efficiënter is dan een standaard grafische kaart.
De AI accelerator kaar van SK hynix
Bedrijven zoals Amazon.com, Microsoft en Alphabet's Google, die grote datacenters exploiteren, maken frequent gebruik van Nvidia-chips, die deze rekenkracht weer verhuren aan andere partijen. Hierdoor zijn er tekorten aan grafische chips ontstaan. Citibank-analisten verwachten dat Nvidia mogelijk richting de 90 procent gaat als het snellere en betere chips blijft lanceren. De Franse waakhond vreest dat door de groeiende vraag naar AI, kleine AI-start-ups geen kans krijgen om te gedijen omdat grote spelers hen uit de markt kunnen drukken. Het is belangrijk op te merken dat de inval niet betekent dat de toezichthouder daadwerkelijk bewijs heeft van wangedrag door Nvidia. Nvidia heeft tot op heden nog niet gereageerd op het nieuws.
Bronnen: ComputerBase, Reuters, WSJ