De standaardschijfencryptie van Windows 11 Pro, BitLocker, is funest voor de snelheid van ssd's. Dat heeft Tom's Hardware ontdekt in eigen tests. De versleuteling die standaard is geactiveerd, zet BitLocker op softwareniveau aan. De site heeft meerdere benchmarks getest met dezelfde opstelling (te weten: een Core i9-12900K met 32GB ddr4-geheugen en een Samsung 990 Pro 4TB-ssd), waarbij de enige verandering de schijfencryptie was. De versleuteling op softwareniveau werd hierbij vergeleken met hardwarematige BitLocker-versleuteling (OPAL), en helemaal geen schijfencryptie.
Uit alle tests kwam duidelijk naar voren dat zowel de lees- en schrijfsnelheden als de latency flink verslechteren als de softwarematige schijfversleuteling is ingeschakeld. Bij de willekeurige schrijftests van CrystalDiskMark 8 ging het zelfs om een prestatievermindering van wel 45 procent. Dat terwijl de hardwarematige encryptie in geen enkele test noemenswaardig slechter scoort dan de opstelling zonder schijfversleuteling (en soms scoort eerstgenoemde zelfs beter).
Nu lijkt de oplossing misschien simpel: gebruik gewoon hardwarematige versleuteling in plaats van softwarematige. Microsoft heeft eerstgenoemde in 2019 echter doelbewust uitgeschakeld, vermoedelijk omdat andere fabrikanten niet genoeg hun best zouden doen om hun ssd's afdoende te beveiligen. Door over te stappen op software-encryptie had Microsoft de beveiliging in eigen hand. Bij elke Windows 11 Pro-installatie wordt daarom automatisch software-BitLocker ingeschakeld. Om in plaats daarvan de hardwarevariant te gebruiken moet gebruikgemaakt worden van externe tools, zoals Rufus USB, alleen moet het besturingssysteem daarvoor wel helemaal opnieuw worden geïnstalleerd. Makkelijker is om schijfbeveiliging volledig uit te schakelen; dat kan simpelweg met de opdrachtprompt manage-bde -off C: (of een andere letter, als het geen C:-schijf betreft).
Bron: Tom's Hardware